Dit is het NOVA-archief. Vind en bekijk de NOVA-reportages, dossiers, en opinie-artikelen.

Opiniepeilingen: scheid het kaf van het koren

9 MRT 10

Het zijn maar dagkoersen; de enige echte peiling is op 9 juni. Dat is de standaardreactie van elke politicus op de stand van de Politieke Barometer, die aangeeft wat de machtsverhoudingen in de Tweede Kamer zouden zijn als de kiezer "op dit moment" zijn stem mag uitbrengen.


Populariteit
Je kunt er inderdaad je schouders bij ophalen en opiniepeilingen afdoen als een gezelschapsspel voor de media. Morgen kan het weer anders zijn. Toch zijn het juist deze peilingen die meer en meer de toon bepalen in de landelijke politiek. Zelfs de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen lijkt niet meer dan een peiling op weg naar de parlementsverkiezingen, waarbij het ook nog eens meer lijkt te gaan over de populariteit van de politieke leider dan over de partij die hij of zij vertegenwoordigt.

Trend
Geen politicus die daar zijn schouders bij ophaalt.
Geert Wilders begroette de winst van zijn PVV op 3 maart met deze woorden: "Wat in Den Haag en Almere kan, kan in heel het land. Dit is de springplank naar onze overwinning". Ook Wouter Bos, die moest toezien hoe de PvdA zware slagen kreeg toegediend, had zijn blik gericht op 9 juni toen hij toch wat triomfantelijk constateerde dat zijn partij "weer terug" is. Zijn fractievoorzitter Mariëtte Hamer stelde zelfs onomwonden vast dat de schade was meegevallen dankzij de val van het kabinet. "De mensen waarderen het dat we bij ons standpunt over Uruzgan zijn gebleven". Met andere woorden: als de dalende trend in de peilingen na de val van het kabinet niet was omgebogen, zou Wouter Bos SP-aanvoerster Agnes Kant achterna zijn gegaan.

Hoezo lokale verkiezingen?

Link
Misschien is het politici niet aan te rekenen dat ze hun strategie meer en meer afstemmen op de virtuele werkelijkheid van de peilingen, met als gevaar dat ze steeds verder afdwalen van de idealen waar ze ooit voor hebben gestaan. Ze kunnen er eenvoudig niet onderuit. Er gaat geen dag voorbij of ze moeten reageren op de uitslag van weer een onderzoekje naar wat publiek en achterban vinden van hun plannen en hun leiders. Dat blijft niet beperkt tot de verhoudingen in de Tweede Kamer, ook het vertrouwen in het kabinet en in de politieke leiders wordt voortdurend gepeild, waarbij vaak een link wordt gelegd met omstreden voorstellen (aow, Uruzgan, kilometerheffing) die op hun beurt ook weer worden getoetst aan de publieke opinie.

Noodzakelijke
Daarmee doemt het visioen op van een referendumdemocratie, waarin wisselende meerderheden per issue het beleid dicteren. Het is de toekomst die de internetbeweging van Rita Verdonk (Trots op Nederland) voor ogen heeft. Klinkt mooi en democratisch, maar de vraag is of dat niet op gespannen voet staat met andere waarden die de rechtsstaat kenmerken, zoals het respecteren van minderheden en het recht op gelijke behandeling. Het bemoeilijkt ook het noodzakelijke geschipper tussen tegengestelde belangen, zoals die van natuur en economie; uitkeringsgerechtigde en belastingbetaler.

Wie neemt straks nog de “moeilijke beslissingen” of de “impopulaire maatregelen” waar CDA-lijsttrekker Balkenende zegt niet voor weg te lopen? Het maken van beleidskeuzes is niet voor niets uitbesteed aan de parlementaire vertegenwoordiging, die vier jaar lang mandaat krijgt om het precaire evenwicht te vinden tussen het wenselijke, het noodzakelijke en het praktisch haalbare.

Vertrouwen
Minister Piet Hein Donner (CDA) heeft al eens gespeeld met de gedachte paal en perk te stellen aan al die opinieonderzoeken. Hij richt zijn pijlen vooral op sonderingen naar het vertrouwen in de politiek en de tevredenheid over het regeringsbeleid. Die zouden het fundament van de democratie kunnen aantasten, omdat geen enkele partij in Nederland de meerderheid van het vertrouwen kan winnen en dergelijke negatieve peilingen wel het algemene vertrouwen ondermijnen.

Mythe
Met regelmaat steekt ook het pleidooi de kop op de peiling naar politieke voorkeuren te verbieden, een week of zelfs een maand voor de verkiezingen. Dat voorkomt het strategisch stemmen van mensen die vooral kijken naar de machtsverhoudingen en minder naar de inhoud. Bovendien rekent het af met de aanzuigende werking van de partij die op winst staat - het zogeheten bandwagon-effect. Die redenering stoelt evenwel op betwistbare veronderstelling dat er iets mis is met de strategische stem. Waarom zou een 'rechtse' CDA'er die bang is voor een ‘centrumlinkse’ meerderheid niet op de VVD mogen stemmen? Dat is zijn goed recht en het valt hem ook niet te verbieden. En wat betreft het bandwagon-effect: dat is niet veel meer dan een hardnekkige mythe, zoals de Leidse hoogleraar Joop van Holsteyn gaarne voor de belangstellende lezer uiteenzet.

Industrie
Het verbieden van peilingen is niet alleen een anachronisme, het is ook illusie dat het fenomeen daarmee zou verdwijnen. Zelfs als de wetgever de media een publicatieverbod op zou leggen, zal achter de schermen het peilen doorgaan. Het zijn immers niet alleen journalisten die zich aan dit 'gezelschapsspel' bezondigen, ook de politici zelf doen dat - en dat blijft niet beperkt tot Rita Verdonk. In 1960, ver voor het internettijdperk, huurde John F. Kennedy met opinie-onderzoeker Lou Harris al zijn eigen Maurice de Hond in om de campagne voor het presidentschap zorgvuldig op het publiek af te kunnen stemmen. Sindsdien is het peilen in de VS uitgegroeid tot een ware industrie.

Mening
Peilingen beïnvloeden politici; politici proberen de publieke opinie te beïnvloeden. Daar is weinig aan te doen - ook al zou je dat willen. Zinvoller is te kijken naar de kwaliteit en de waarde van al die peilingen. Daarbij gaat het niet alleen om de representativiteit, maar ook om de vraagstelling zelf. Bij een simpele poll als de Politieke Barometer is het helder: de vraag "wat u zou stemmen als er vandaag verkiezingen zouden zijn" is maar voor één uitleg vatbaar. En als aan de eisen van representativiteit is voldaan, zal de uitkomst een redelijk betrouwbaar beeld geven van de stemming in het land. Dat ligt anders als het publiek wordt gevraagd naar een mening of standpunt. Dan kan de vraagstelling bepalend zijn voor de uitkomst, zoals ooit treffend is geïllustreerd in een aflevering van de Britse serie Yes Minister over herintroductie van de dienstplicht.

Code
Opiniepeilingen zijn niet meer weg te denken, of ze nu gewenst zijn of niet. Maar bij die vaststelling kan het niet blijven, zolang het publiek niet niet kan zien of er sprake is van manipulatie. Daar valt wel iets aan te doen. Om dicht bij huis te blijven: een medium dat prat gaat op het geven van betrouwbare en onpartijdige informatie, kan bij het peilen van de publieke opinie volledig inzicht geven in de vraagstelling en de onderzoeksmethode. Het zou de eerste regel zijn van een nieuwe paragraaf in de journalistieke code. En een stap op weg naar een kwaliteitskeurmerk. Dat stopt de peilingen niet, maar scheidt wel het kaf van het koren.

Tags:
hoofdredactioneel commentaar
 

Extra Informatie

  •  
  •  

Het NOVA Archief

Vind en bekijk de reportages die zijn uitgezonden in NOVA in het NOVA-archief.

NOVA Archief