1600-1795De republiek is de benaming van de statenbond of federatie van de zeven Noord-Nederlandse provinciën in deze periode: Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen, Friesland.
Grondslag voor hun samengaan vormde de Unie van Utrecht waarbij de sluiting werd vastgelegd van een Nadere Unie binnen de in de Pacificatie van Gent (nov. 1576) verenigde gewesten, de Generale Unie.
In 1648 werd de onafhankelijkheid van de republiek van Spanje internationaal erkend. Ook werd bevestigd dat de Republiek geen deel meer was van het Heilige Roomse Rijk. Het Zuiden werd daar wel weer een deel van, inclusief Vlaanderen.
De nieuwe republiek werd wel de Grote Uitzondering van de 17e eeuw genoemd omdat in tegenstelling tot de meeste landen in Europa de Derde Stand, vooral de handelaren van de steden het voor het zeggen kregen.
Zij ruilden een feodaal systeem in voor iets nieuws dat later kapitalisme zou gaan heten. In Antwerpen kwamen al handelslui samen bij een Beurs om aandelen te verhandelen. Amsterdam nam dat over en spoedig waren er verzekeringsmaatschappijen en zelfs de eerste speculatieve crash: de windhandel in Tulpen in 1637.
Klik op de plaatjes om meer te weten te komen over een onderwerp of gebeurtenis uit deze periode.
|
|
|
|
De zwarte dood
|
Kennis vergroot
|
‘Beweeglijke dierkens’
|
‘Konstige meesters’
|
Doctores en chirurgijns
|
Gedroogde kikkers en vloeibaar goud
|
Gelukkig nieuwjaar
|
Een nieuwe lente
|
Driekoningen
|
Het snijden van de kei
|
Zie ginds komt de stoomboot
|
Met de rommelpot op vastenavond
|
Heidens, Egyptenaren en zigeuners
|
Stimulans
|
Op de vlucht voor de inquisitie
|
Gastvrijheid onder voorwaarden
|
Puriteinen en Lutheranen
|
Veere en de Schotse stapel
|
Duitse gastarbeiders voor Indië
|
Vluchtelingenstroom uit Frankrijk
|
Hannekemaaiers uit Westfalen
|
Bouwen voor overheid en eredienst
|
Het stadhuis van Amsterdam
|
De hoogte in
|
Van kruiskozijn tot schuifraam
|
De symetrie ten top
|
Ornamenten van het Hollands Classisme
|
Kleur op straat
|
Houtschaarste en balklagen
|
Ornamentiek van de Lodewijkstijlen
|
Ideale indeling van een rijk huis
|
Stucdecoraties en trappartijen
|
Monumentaal en statig
|
Hout in fleurige tinten
|
Brand in de stad
|
Wonen op stand
|
De kamers in het klein
|
Hollandse huishoudens
|
Propere proveniershuizen
|
Pleidooi voor de zachte aanpak
|
Het magere bestaan van een onderwijzer
|
Onderwijs met een vroom sausje
|
Poort tot de universiteit
|
‘t Nut in de bres voor het onderwijs
|
Ongelijke kansen
|
Redding voor leeglopers
|
Hulp voor zwarte schapen
|
Spinnen en naaien
|
Verantwoording tegenover de kerkelijke gemeenschap
|
Verplichte asbreedte
|
Een land van sluizen
|
Rivier als obstakel
|
Stadsuitleg volgens plan
|
Netwerk van trekvaarten
|
Schipper, knecht en jager
|
Kittelen met een paardehaartje
|
Beurtschepen voor het zware werk
|
Volk langs ‘s heren wegen
|
Herberg als centrum
|
Per trekschuit door het vlakke land
|
Drukte op het water
|
Ambtenaren op dienstreis
|
Verkeersproblemen
|
Trek naar buiten
|
Uren gaans
|
De huik
|
Dokter in schertskostuum
|
Modieuze heren in 'rhingrave' en 'japonse rok'
|
Volkse kleding
|
Mode met problemen
|
Elegante heren in de 18de eeuw
|
De opmars van de pruik
|
Kinderen in grote-mensenkleren
|
Sits voor iedereen
|
De kleding van arm en rijk
|
Oranjeterreur: Nederlanders op de vlucht
|
Beroemde ontdekkingsreizen
|
Arjen Roelofs, een vergeten genie
|
Hollandse Porseleinroute
|
Op de vlucht voor de inquisitie
|
De kleding van arm en rijk
|
Sits voor iedereen
|
Poort tot de universiteit
|
Het magere bestaan van een onderwijzer
|
Brand in de stad
|
Gastvrijheid onder voorwaarden
|
Volk langs ‘s heren wegen
|
Herberg als centrum
|
Doctores en chirurgijns
|
‘Konstige meesters’
|
De zwarte dood
|
Driekoningen
|
Vluchtelingenstroom uit Frankrijk
|
Het snijden van de kei
|
Brand in de stad
|
Mode met problemen
|
De opmars van de pruik
|
Verkeersproblemen
|
Ornamenten van het Hollands Classisme
|
De symetrie ten top
|
Kennis vergroot
|
Doctores en chirurgijns
|
‘Beweeglijke dierkens’
|
Vluchtelingenstroom uit Frankrijk
|
Spinnen en naaien
|