Hollands Classicisme

Het stadhuis op de Dam te Amsterdam (1672)
[klik voor vergroting]
In de eerste helft van de 17de eeuw werd veel gebouwd, vooral in Holland. Nieuwe huizen en handelsgebouwen verrezen; welgestelde burgers lieten hofjes bouwen voor minderbedeelde stadsgenoten, en ook de stedelijke overheid was gul met opdrachten voor openbare gebouwen.

De nieuwe welvaart kwam ook tot uitdrukking in een nieuwe stijl, het Hollands Classicisme. Evenals de Hollandse Renaissance die eraan vooraf ging, had ze haar wortels in Italië.

In 1646 waren de geschriften van de Italiaanse architect Palladio in het Nederlands vertaald. Deze bouwmeester had in de 16de eeuw in Verona, Venetië en omstreken talloze villa’s, kerken en andere gebouwen neergezet.

Zijn architectuur was gebaseerd op de klassieke vormentaal en op wiskundige regelmaat. Ze werd gekenmerkt door machtige kroonlijsten en frontons, en zuilen die soms meerdere verdiepingen besloegen (de zogenoemde ‘kolossale orde’).

De eerste bouwopdrachten kwamen uit adellijke kringen in de omgeving van de stadhouder. Zo liet Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen, tussen 1634 en 1644 aan het Plein in Den Haag het huidige Mauritshuis bouwen.

Al spoedig raakte ook de burgerij in de greep van de nieuwe stijl, die door zijn monumentale uitstraling uitstekend paste bij een machtige handelsnatie. Op de foto is het stadhuis op de Dam te Amsterdam te zien, in 1672 geschilderd door Gerrit Adriaensz Berckheyde.

deportaties

De Duitse bezetter deporteert 107.000 joodse Nederlandsers naar concentratiekampen in Polen en Duitsland. Van hen keren er in 1945/1946 zo’n 5.500 terug. Van de 24.000 ondergedoken joden overleven 16.000 de oorlogsjaren. Van het totale aantal nederlandse oorlogsdoden vormen de joden ongeveer de helft, hoewel ze in 1940 slechts 1,57 procent van de bevolking uitmaakten.

Relevante tijdvakken