Stop film
Kleding en mode

Scooterstel uit de jaren zestig inclusief vetkuif en suikerspinkapselNederland heeft een zeeklimaat, dus echt warm is het er vrijwel nooit. Het weer is dikwijls nat, winderig en koel; in de winter vriest het bij vlagen of het sneeuwt.

Op zulk weer moet je je kleden. Tegelijkertijd regeert ook hier de mode, en soms staat die haaks op de noodzaak van comfortabel lijfgoed.

Zo bont als in het buitenland heeft de Nederlander het echter zelden gemaakt als het er op aankwam de mode slaafs te volgen. Een beetje is dat al af te lezen aan het spottende gezegde 'aangekleed gaat uit'.

De grote gebaren van het buitenland zijn hier zelden gemaakt. Meestal was de kleding in Nederland wat preutser, meer ingetogen dan elders. Nog in de jaren vijftig eeuw werden in advertenties van sommige damesbladen blote schouders weggeretoucheerd door het model een paar mouwen aan te meten.

Mathilde Willink was de belangrijkste klant en tevens inspiratiebron van de Chinees-Nederlandse Fong Leng Tsang. Op deze foto uit 1977 draagt Willink een speciaal voor haar vervaardigd kunstwerk van de modefotografe en kledingontwerpster. (ANP) Nederlanders hebben altijd wel zo'n beetje de mode gevolgd. Vraag is echter: welke mode? Vooral vroeger ontstond ze zelden in het land zelf. Nu eens was het Bourgondische hof toonaangevend; dan weer wat Fransen of Amerikanen hadden bedacht. Pas in de 20ste eeuw kreeg Nederland eigen modeontwerpers als Dick Holthaus, Frank Govers, Frans Molenaar en Fong Leng Tsang.

De grillige mode Mode is even veranderlijk als het weer. Soms is ze kort, dan weer lang; het ene moment oogt ze puntig en dun, het volgende breed en stomp. Wijduitstaande rokken worden afgewisseld met jurken die de lichaamsvorm benadrukken. Gepijpte kragen, kanten jabots, veterdasjes volgen elkaar in snel tempo op. Voortdurend geeft de mode een ander stukje van het lichaam bloot of is bloot ineens taboe.

Nu eens bewegen de dames zich schijnbaar zonder voeten, alsof hun deinende jurken op wieltjes gaan; dan weer strompelen ze op hoge hakken voort in nauwe kokerrokken. Maar rationeel? Vergeet het maar... De mode is voor alles grillig. En wie ze wil volgen, ondergaat geduldig zijn lot en laat zich insnoeren, zwikt op naaldhakken of trekt liggend de strakste spijkerbroek aan.

Wie de mode volgt, wil zich onderscheiden van anderen, maar tegelijkertijd bij een groep horen. Gevolg: modieuze groepskleding die in feite een soort uniform is. Onder de jeugd is duidelijk sprake van zo'n groepsmode. Slechts een enkeling durft unieke kleding te dragen, zoals in de jaren zeventig Mathilde Willink de fantasierijke creaties van Fong Leng.

De burgermaatschappij en in Nederland voert die al sinds eeuwen de boventoon volgt ook in haar kleding het liefst het vermanende spreekwoord doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg . Alleen voor house-party's en andere feesten steekt een Nederlander zich tegenwoordig in iets frivolers.

Een boerenvrouw in Brabantse streekdracht te paard, gefotografeerd rond 1900. Op het hoofd draag zij de muts met zogeheten poffer van Midden-Brabant. (Gemeentearchief Den Bosch)Boeren, schippers en regenten Nederland is eeuwenlang een land geweest van boeren, schippers, burgers en regenten. Al die tijd bepaalden werk en status het beeld van onze dagelijkse kledij: baaien broeken, schippershemden, lakense jassen. Maar ook de koopman, met zijn wereldomspannende handel, had invloed op wat we droegen.

De Verenigde Oost- Indische Compagnie begon in de 17de eeuw met de import van sits uit Voor-Indië. Sits, een kleurig soort katoen met bloemmotieven dat alleen voor welgestelden was weggelegd, werd al snel geïmiteerd door Nederlandse textielfabrieken.

In de 18de eeuw was het exotische materiaal daardoor zo alledaags geworden dat het uit de mode raakte. De sitsmotieven bleven echter bewaard in de streekdracht, zoals in de Hindelooper wentke (een jas voor vrouwen) en de met de hand beschilderde katoenen stoffen uit Bunschoten- Spakenburg.

Ook de batiktechniek uit het voormalige Nederlands-Indië drong door in de Nederlandse mode; eerst aan het eind van de 19de eeuw, en vervolgens opnieuw in de jaren zeventig onder de hippies. Ook in ander opzicht droeg Nederland bij aan de verbreiding van batik.

In de 19de eeuw exporteerde de Twentse textielindustrie jarenlang katoentjes met batikmotieven naar Afrika en het Verre Oosten, en ook nu nog is de uitvoer ervan van enige betekenis.

Kleding en mode
Kleding en mode hebben lange tijd weinig met elkaar gemeen gehad. Mode was voor de welgestelden; kleding voor mensen die de handen uit de mouwen staken. De laatsten moesten zich in de eerste plaats ongehinderd kunnen bewegen en wilden ook bij koud weer graag warm blijven.

Terwijl onder de adel en de welgestelde burgerij het modebeeld soms met duizelingwekkende snelheid veranderde, volgde het gewone volk langzaam en op afstand. De dracht van boeren en vissers bijvoorbeeld bleef vele jaren achtereen vrijwel ongewijzigd.

In de streekdracht zien we zelfs nu nog onderdelen die zijn afgeleid van kledingvormen uit de 17de eeuw, zoals de kap met oorijzers voor vrouwen. Sinds de opkomst van de confectie-industrie, aan het eind van de vorige eeuw, begon het onderscheid tussen mode en kleding te vervagen. Mode is tegenwoordig van iedereen.


Dit portret, in 1833 geschilderd door J.A. Kruseman, toont mejuffrouw Alida Christina Assink.Dit portret, in 1833 geschilderd door J.A. Kruseman, toont mejuffrouw Alida Christina Assink. De welgestelde dame draagt het haar volgens de mode van de tijd in hoge lussen op de kruin. Om haar arm is een kashmirsjaal gedrapeerd. De uiterst kostbare kashmirsjaals werden sinds het einde van de 18de eeuw uit India geïmporteerd. Gedurende de eerste helft van de 19de eeuw was het een felbegeerd, modieus statussymbool.
(Amsterdams Historisch Museum)

gestichtenwet

1884 - De Gestichtenwet wordt van kracht. Voortaan wordt onderscheid gemaakt tussen bijzondere en gewone strafgevangenissen, Huizen van Bewaring, passantenhuizen (voor doortrekkende gevangenen), Rijkswerkinrichtingen en Rijksopvoedingsgestichten.

Ondertussen in de...

Vroege middeleeuwen
Vroege middeleeuwen
406-925
De Germaanse stammen maken een einde aan de Romeinse tijd...