Reizen op stand

Het 17de-eeuwse buitenhuis Rupelmonde in Nieuwersluis, aan de oever van de Vecht.
[klik voor vergroting]
Vrije tijd was een eeuw of wat geleden een schaars goed. Om zich in leven te kunnen houden, moesten de meeste mensen vanaf hun jonge jaren zes en soms zelfs zeven dagen per week werken, jaar in jaar uit.

Wie dat niet hoefde was niet alleen rijk, maar onderscheidde zich op duidelijke wijze van de werkende stand. Om dat standsverschil tot uiting te brengen, leidde zo iemand een leven waar de mindere stand nooit aan toekwam. Hij ging bijvoorbeeld op deftige wijze op reis, zodat iedereen kon zien dat hier een heer of dame van hoge komaf op weg was.

Het reizen per trekschuit, diligence of postkoets was uit den boze; dat waren vervoermiddelen voor de gewone man. Een deftige familie beschikte minstens over een paar koetsen om zich in en rond de stad te kunnen verplaatsen, en over een eigen vaartuig om grotere afstanden te overbruggen.

Ook een buitenplaats behoorde tot deze manier van leven. In het voorjaar verhuisde de familie naar zo’n buiten, om pas in de herfst weer terug te keren naar de stad. Vast onderdeel van dit heerlijke buitenleven was het maken van plezierreisjes in de onmiddelijke omgeving.

Op de foto het 17de-eeuwse buitenhuis Rupelmonde in Nieuwersluis, aan de oever van de Vecht.

de rits

1891 - De Amerikaan W. Judson patenteert de ritssluiting. De vinding zal in 1924 worden geperfectioneerd door de Zwitser Winterhalter.

Relevante tijdvakken