Vervoer en reistijden

Lange tijd werden de meeste reizen over de waterwegen met een trekschuit of zeilschip gemaakt. Over land gebruikte men de diligence (postkoets).

De trekschuit functioneerde alleen goed in laag Nederland, omdat je daar veel waterwegen hebt. De postkoets was vrij betrouwbaar: sinds Napoleon (1769-1821) en daarna Koning Willem I (1772-1843) was het wegennet sterk verbeterd. Het ging alleen nog niet erg snel: zo’n 8 km/uur. Daarbij was elke reis sterk afhankelijk van het weer en de begaanbaarheid van de wegen. Daar kwam verandering in met de komst van de stoomtrein.

In 1839 was de eerste spoorlijn in Nederland, tussen Amsterdam en Haarlem een feit. Stoomtreinen konden vanaf 1842 ook doorrijden naar Leiden en Den Haag en in 1843 werd de spoorlijn ook doorgetrokken naar Utrecht. In 1863 werd de Maatschappij tot Exploitatie van Staats Spoorwegen (SS) opgericht, maar verdere uitbreiding van spoorlijnen ging moeizaam en traag. Er waren wel veel goede voornemens, maar die leidden tot weinig actie.

Tot 1870 hadden de Nederlandse spoorwegen een segmentarisch karakter. Het waren eigenlijk uitlopers van het Duitse en Belgische spoorwegennet. Maar tussen 1880 en 1890 werden de deelnetwerken geïntegreerd en er kwamen veel nieuwe dwarsverbindingen.

Na 1930 werd de rol van tramwegen en lokaalspoorlijnen steeds kleiner; ze werden vervangen door de autobussen en particulier vervoer. Toch is de opkomst van het railverkeer belangrijk voor de modernisering van Nederland. Het had grote gevolgen voor de mobiliteit van de bevolking, Nederland werd steeds kleiner en het isolement van een aantal regio’s werd doorbroken. Al waren kaartjes in de beginjaren van de trein nog erg duur. De trein was luxe, een gewone arbeider kon dit niet betalen.

Meer weten:

  • Spoorwegmuseum Utrecht op www.spoorwegmuseum.nl
  • Knippenberg, H. & B. de Pater 1988: De eenwording van Nederland, Nijmegen.
  • Ferree, G. 1983: Trammend door Twente: de Nederlandsche Westfaalsche Stoomtram Maatschappij Denekamp-Oldenzaal-Losser-Gronau, 1903-1936 en de Twentsche Electrische Tramweg-Maatschappij (T.E.T.) Enschede-Glanerbrug, 1908-1933, Pirola tramserie.


kunstzijde

1928 - De uitvinding van kunstzijde maakt duur ogend ondergoed ook voor minder rijke vrouwen bereikbaar. Het materiaal is ontwikkeld op basis van een patent van de Zwitser George Andemars uit 1855.

Relevante tijdvakken