Van Lombardhuis tot bank van lening

Kooplui die in de Middeleeuwen geld nodig hadden, konden dat alleen krijgen door het te lenen tegen een hoge rente en inlevering van een onderpand. De Kerk heeft zich lange tijd verzet tegen dit soort rente op leningen.
Het Lombardhuis aan de Delftse Camaretten in de 18de eeuw.
[klik voor vergroting]
De Bijbel zou namelijk alleen menselijke arbeid erkennen als geoorloofde bron van inkomsten. Geld uitlenen tegen rente was woeker; wie erop betrapt werd, liep kans uit de gemeenschap te worden gestoten.

Toen echter in de 12de en 13de eeuw de geldeconomie de plaats van de ruilhandel begon in te nemen, nam de vraag naar krediet sterk toe. Regels werden daarom versoepeld en geldhandelaars uit het Italiaanse Lombardije, de zogeheten Lombarden, werden als gelduitleners gedoogd.

Vooral in Holland en Zeeland waren zij, samen met hun landgenoten uit Piemonte, actief als kredietverschaffers. In Delft bijvoorbeeld al sinds 1287. De Lombarden werden door de graven van Holland en de meeste stadsbesturen gedoogd, omdat hun activiteiten de handel stimuleerden en ze bereid waren voor hun privileges smeergeld te betalen en geld te geven aan de armen.

Het pand waarin zij hun beroep uitoefenden, heette algauw het Lombardhuis, en de straat waarin het stond de Lombardstraat. Later is die naam verbasterd tot lommerd en uiteindelijk veranderd in pandjeshuis of Bank van Lening.

Afgebeeld: Het Lombardhuis aan de Delftse Camaretten in de 18de eeuw.

laatste paard

1956 - Het expeditiebedrijf Van Gend & Loos dankt het laatste paard af. In 1995 zal het bedrijf in de autovrije binnenstad van Den Haag opnieuw met paard-en-wagen gaan werken.