Stop film
Ziekte en gezondheid
Een houten 18de-eeuwse gaper. Geopende mond en uitgestoken tong maakten duidelijk dat in deze winkel medicijnen te koop waren. Om zijn hals draagt hij een slinger van papaverbollen.Door de eeuwen heen veranderde onze kijk op ziekte en gezondheid. Altijd hadden we diep respect voor de 'medicus'. Soms niet helemaal terecht...

De vanzelfsprekendheid waarmee we van een arts verwachten dat hij een antwoord heeft op onze vragen, en het bovendien bij het rechte eind heeft, is een typisch verschijnsel van deze tijd.

Tot ver in de 19de eeuw opereerde de medische stand immers in een schemerwereld. Er waren wel allerlei theorieën over waarom mensen ziek werden en hoe hun kwalen konden worden bestreden, maar in de praktijk bleek daar weinig van te kloppen.


De geneesheren stonden meestal machteloos aan het ziekbed en konden weinig anders doen dan troost bieden en de pijn verzachten met morfine en opium. Begrijpelijk dat de medische stand weinig aanzien genoot en het goedgelovige volk zijn toevlucht nam tot de vertrouwde volksgeneeskunst of zich een oor liet aannaaien door kwakzalvers die profiteerden van het onvermogen van de artsen.

Een groot vertrouwen
Dat beeld is inmiddels ingrijpend veranderd, onder meer door de grote medische ontdekkingen vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw, de opkomst van de farmaceutische industrie, betere artsen- en verpleegopleidingen en, recenter, de gigantische ontwikkelingen op het terrein van de medische techniek. De geneeskunst is daardoor begonnen aan een onstuitbare opmars die vooralsnog niet ten einde lijkt en de situatie van de volksgezondheid aanzienlijk heeft verbeterd.

Vaccinatie en antibiotica hebben veel infectieziekten doen verdwijnen. Met transplantaties, kunstorganen en chirurgische ingrepen die tot voor kort voor onmogelijk werden gehouden, kunnen aandoeningen worden verholpen die vroeger vrijwel altijd een fatale afloop hadden.

De kinderzegen, eeuwenlang aanvaard als een geschenk Gods, is dankzij de medische technologie een kwestie van keuze geworden. En zelfs wie in psychische nood raakt, kan bij de medische stand terecht voor een psychofarmaceutisch wondermiddel dat het leven in elk geval draaglijk maakt. Gevolg is dat de gemiddelde Nederlander er momenteel vanuit mag gaan dat hij, statistisch gezien, tot zijn 60ste gevrijwaard blijft van ernstige ziekten of gebreken.

In de jaren daarna zal hij weliswaar in toenemende mate te maken krijgen met kwalen, gebreken of beperkingen maar ook dan weet hij zich verzekerd van een batterij artsen, verplegers en hulpverleners die klaarstaan hem te helpen. Hij verwacht ook niet anders.

Vraagtekens
Ondanks dit alles neemt de laatste jaren de kritiek op de medische wetenschap toe en wordt zij steeds vaker ervan beschuldigd haar doel voorbij te zijn geschoten. In iets meer dan een eeuw is de arts veranderd van een tamelijk machteloze helper in een - soms autoritaire - deskundige die kan beslissen over leven en dood. Aan die deskundigheid wordt zelden getwijfeld; wel aan de wijze waarop ze wordt aangewend en de prijs die ervoor betaald moet worden.

Is het nog wel verantwoord een 90-jarige met keelkanker te opereren? Mag aan een beschadigd geboren baby zoveel worden gesleuteld dat uiteindelijk een stukje levend lijden overblijft waarvan mag worden betwijfeld of het de naam 'menswaardig' verdient? Veel medici hebben daarover een uitgesproken mening: ze dienen het leven zo lang mogelijk in stand te houden. Dankzij de medische technologie lukt hen dat ook aardig.

Uit protest tegen deze 'medicalisering van het bestaan' wenden velen zich echter van de officiële geneeskunde af en gaan hun eigen weg, vanuit de diepliggende wens zelf baas te blijven over hun leven. Vandaar de merkwaardige situatie dat in een land met ongekende medische mogelijkheden momenteel meer acupuncturisten werkzaam zijn dan chirurgen en meer alternatieve genezers dan huisartsen.

Tegelijkertijd wordt de roep om zeggenschap over eigen lichaam en leven luider en worden artsen steeds vaker geconfronteerd met mondige patiënten die inzage vragen in hun medische dossier en van de arts tekst en uitleg willen.


Brancard GAA begin 20e eeuwRechts: De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst van Amsterdam demonstreerde begin 20ste eeuw een nieuw type brancard, waarmee zelfs de steilste trap in de binnenstad kon worden genomen. Aan het hoofdeinde een fietsstuur met bel. (GAA).

Onder: Gevelsteen uit 1616 boven de hoofdingang van het gasthuis aan de Visstraat in Dordrecht. Kreupelen en zieken hopen in het gasthuis een plaatsje te vinden. Liever waren ze thuis gebleven, maar wegens gebrek aan geld en thuisverpleging zoeken ze hun heil in de Visstraat. Naast deze steen hing nog een tweede met de tekst van psalm 41 vers 2:

Wel dien, die hem des nootdruftichen aenneemt:
dien sal de Heere verlossen in der boosen tijd
.
(Gemeenteziekenhuis Dordrecht)
Gevelsteen uit 1616 boven de hoofdingang van het gasthuis aan de Visstraat in Dordrecht

wijze woorden

1904 - Uitspraak van Berlage: ‘Waarschijnlijk is het, dat het gewapend beton de oorzaak zal zijn van een totale ommekeer in de bouwkunst’.

Ondertussen in de...

Prehistorie
Prehistorie
Tot 57 v. Chr.
Met prehistorie verwijst men naar een tijdperk waarover geen geschreven bronnen bekend zijn...