Motie PvdA, afdeling Oud-West
11 jun 08

Motie betreffende de rol van het PB inzake affaire Z-O (zonder toelichting) Het congres van de Partij van de Arbeid, in vergadering bijeen op 13-14 juni 2008 te Breda; Overwegende:
• I: dat de afhandeling van de affaire Z-O onbevredigde en ambivalente gevoelens achterlaat bij vele
partijgenoten;
• II: dat het partijbestuur tekort is geschoten door de ongeconditioneerde overname van die
bespiegelingen van de Commissie, welke de taak van een commissie van goede diensten te buiten gingen en welke
bovendien persoonsgericht waren op derden binnen de Partij, wier functioneren niet ter discussie staat; en
dat het partijbestuur door hieraan voorbij te zien geen blijk heeft gegeven van de kritische houding die van
haar mag worden verwacht in kwesties als onderhavige;
• III: dat het partijbestuur tekort is geschoten door de conclusies en overwegingen van de Commissie als
vervat in het rapport-Dolman, de omissies incluis, zonder nadere overwegingen c.q. aanvulling/toelichting tot
de hare te maken en aldus in de publiciteit te laten komen;
Spreekt uit:
• dat integriteit de hoogste waarde is die binnen de partij dient te worden nagestreefd;
• dat integriteit slechts kan bestaan bij de gratie van transparantie, zowel extern als partij-intern,
ook en met name inzake de afhandeling van integriteitskwesties;
• dat de zorgvuldige weging van betrokken belangen met zich brengt dat in integriteitskwesties evenzeer
de goede naam van betrokkenen, als de goede naam van de partij als geheel bescherming verdienen;
• dat in verband hiermee nooit meer mag voorkomen dat een integriteitskwestie wordt afgedaan op een
wijze als onderhavige en dat uit deze kwestie lering dient te worden getrokken voor toekomstige
gevallen;
• dat het partijbebestuur hiertoe onder meer gedurende de behandeling van een partij-interne
integriteitskwestie de hoogst mogelijke mate van transparantie dient te betrachten;
• dat het partijbestuur hiertoe na afhandeling van een partij-interne integriteitskwestie verantwoording
dient af te leggen over het verloop hiervan en de eigen rol hierin; dat deze verantwoording tenminste
partij-intern, in volledige openbaarheid voor leden en voorts tot in detail dient plaats te hebben.
Draagt het partijbestuur op:
• uiterlijk drie maanden voor het volgende congres in een notitie uiteen te zetten 1) hoe het
partijbestuur zal handelen inzake toekomstige integriteitskwesties en 2) hoe het partijbestuur herhaling zal
voorkomen van deze of dergelijke onbevredigende wijzen van het afdoen van intgriteitskwesties;
En gaat over tot de orde van de dag.