Bill Clinton
21 jun 04
Was: De 42ste president van de Verenigde Staten tussen 1993 en 2001.
Persoonlijk: William Jefferson Clinton wordt geboren op 19 augustus 1946 in Hope in de staat Arkansas.
Zijn naam, William Jefferson Blythe IV, verwijst naar die van zijn vader, William Jefferson Blythe III, die
drie maanden voor zijn zoons geboorte overlijdt als gevolg van een auto-ongeluk.
Clinton wordt opgevoed door zijn moeder en zijn stiefvader George Clinton en ontworstelt zich geleidelijk
aan zijn arme milieu. Clinton is getrouwd met Hillary Rodham en heeft één dochter.
Opleiding: Clinton studeert aan de Georgetown University in Washington, daarna aan de prestigieuze
Engelse universiteit Oxford en hij ontvangt een graad in rechten van Yale Law School. Na enkele jaren rechten
te hebben onderwezen wordt Clinton Attorney General van Arkansas. Hij heeft zes termijnen lang de positie van
gouverneur van deze staat, namelijk van 1978 tot 1980 en van 1982 tot 1992.
President: Clinton is de eerste Democraat sinds Franklin Delano Roosevelt die twee volledige
ambtstermijnen als president volmaakt. Zijn verkiezing betekent het einde van een tijdperk van dominantie
door de Republikeinen, die de president hebben geleverd gedurende de twaalf jaar daarvoor en gedurende 20 van
de 24 jaar daarvoor. Deze verkiezing geeft de Democraten, voor het eerst sinds
Jimmy Carter , weer de volledige
controle over de drie belangrijkste takken van de federale overheid, te weten beide kamers van het Congres en
het presidentschap.
Clinton wint de verkiezingen van 1992 van de zittende president, de Republikein George Bush, en de
onafhankelijke kandidaat Ross Perot vooral door zich te richten op binnenlandse aangelegenheden. Een
belangrijk item is de economische recessie vóór de verkiezingen. In het campagne-hoofdkwartier
wordt de frase "It's the economy, stupid!" ("Het gaat om de economie, sukkel!") geboren.
Meteen na zijn aantreden lost Clinton een verkiezingsbelofte in door de zogeheten "Family and Medical Leave
Act" te tekenen, een wet die bedrijven vanaf een bepaalde omvang verplicht hun werknemers onbetaald verlof te
verlenen in geval van ernstige medische problemen of problemen binnen de familie. Dit doet meer goed voor
zijn populariteit dan zijn aarzeling een andere belofte in te lossen, die om de acceptatie van openlijke
homoseksuelen in het leger te vergroten.
Van links komt de kritiek dat zijn aanpak te vrijblijvend is, terwijl rechts meent dat Clinton weinig
begrijpt van het leger. Na een lange discussie besluiten Clinton en het Pentagon tot een "Don't ask, don't
tell"-beleid, wat nu nog steeds het officiële beleid is.
Economie: Onder Clinton is er gedurende de jaren 1990 sprake van aanhoudende economische groei,
afnemende werkloosheid en toenemende welvaart als gevolg van de hausse op Wall Street. In hoeverre dit te
danken is aan Clinton is een veelbesproken kwestie.
Veel positieve invloed gaat ook uit van het Congres en van Alan Greenspan, het door Clinton herbenoemde
hoofd van de Federal reserve. Tevens speelt de combinatie van positieve technologische ontwikkelingen en de
gunstige toestand van de wereldeconomie een rol, zaken waar Clinton weinig invloed op heeft.
Schandalen: Clinton en zijn vrouw raken verwikkeld in een aantal schandalen. Echter de meest serieuze
bedreiging voor Clinton vormt een reeks seksschandalen, die uitgroeit tot een tegen hem gerichte
afzettingsprocedure (impeachment) in 1998-1999. Aanleiding hiervoor vormt Clintons verklaring onder ede geen
seks te hebben gehad met zijn stagiaire Monica Lewinsky.
Onafhankelijk aanklager Kenneth Starr weet te bewijzen dat deze verklaring gelogen is. Een openbare
schuldbekentenis van Clinton verhindert
niet dat de Republikeinen een impeachmentprocedure in gang zetten. Clinton wordt meineed, obstructie van de
rechtsgang en machtsmisbruik verweten. Op 12 februari 1999 eindigt de procedure met een vrijspraak door de
Senaat.
Buitenlands beleid: Op het gebied van de buitenlandse politiek boekt Clinton belangrijke successen met
betrekking tot vrede in het Midden-Oosten en in Bosnië, hoewel het vredesproces na het tekenen van de
vredesakkoorden (Oslo-akkoorden en Akkoorden van Dayton) uiterst moeizaam blijft verlopen. Ook weet Clinton
goede betrekkingen met de Russische president Jeltsin te onderhouden.
De betrekkingen met Irak lopen in 1998 uit op een tweede militaire confrontatie sinds de Golfoorlog in 1991.
Herhaaldelijke weigeringen van Irak om medewerking te verlenen aan de wapeninspecteur van de Verenigde Naties
leiden in februari 1998 al bijna tot een aanval. Op het laatste moment wordt deze door bemiddeling van
VN-secretaris Kofi Annan voorkomen. In
november wordt de crisis opnieuw acuut als
Saddam Hoessein de wapeninspecteurs het
land uitwijst. Ditmaal reageert Clinton vrijwel direct met een vier dagen durende bombardementsaanval op
Irak.
(Bronnen: www.theusa.nl, Wikipedia, ANP)