Troonopvolging
7 dec 03
De afgelopen eeuw hebben meer vrouwen dan mannen op de Nederlandse troon gezeten. Toch ging de voorkeur lange tijd uit naar een koning omdat van een vrouwenregering weinig goeds werd verwacht.
Voor de troonopvolging werd dan ook gekozen voor het zogenaamde Castiliaanse stelsel. Hierbij werden
vrouwen niet geheel uitgesloten van de troon maar had een zoon van de koning of koningin altijd voorrang
hadden boven een dochter, ook als hij jonger was dan zijn zus.
Bij de geboorte van prinses Wilhelmina in 1880 waren geluiden van teleurstelling te horen over het geslacht
van het koningskind. ''t Is maar een meisje!' kopte het Leidsch Dagblad. Wilhelmina had weliswaar een
halfbroer, maar aangezien de gezondheid van prins Alexander te wensen overliet, hoopte men dat er spoedig nog
een extra prinsje geboren zou worden. Emma kreeg echter geen kinderen meer en Alexander overleed in 1884.
Wilhelmina werd in 1898 koningin van Nederland.
Ondanks de populariteit van koningin Wilhelmina werd ook voor de geboorte van prinses Juliana's vierde kind
de hoop geuit op de komst van een jongetje: 'met vreugde en dankbaarheid zal de geboorte van deze jongste
Oranjetelg begroet worden. Ook wanneer een vierde prinses geboren zou worden, want maar al te goed kennen wij
de zegeningen, ons land bewezen onder het bestuur van de Oranje-vorstinnen. Toch zou ook ons hart van grote
blijdschap vervuld zijn, wanneer een zoon, een kroonprins, geboren zou worden. Aan de Oranje-vorsten danken
wij immers de opkomst, groei en bloei van ons land.'
Tegenwoordig wordt minder belang gehecht aan het geslacht van onze vorst. In 1980 werd de voorkeursregeling
voor mannelijk nageslacht afgeschaft. Het oudste kind van de prins van Oranje en prinses Máxima zal
daarom, na Willem-Alexander, de eerste zijn die in aanmerking komt voor de troon ook als het een meisje
wordt. In november 2003 werd bovendien besloten dat voortaan ook bij de geboorte van een prinsesje 101
saluutschoten gelost zullen worden, voorheen moesten meisjes het met 51 schoten stellen.
(Bron: Koninklijke bibliotheek)