De gangen van Samir A. en Mohammed B.
11 nov 04
11 november 2004
Samir A. en Mohammed B. werden al enige tijd in de gaten gehouden door politie, justitie en de inlichtingendiensten, zo blijkt uit de feitenreconstructie die de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) woensdag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Hieronder volgt een overzicht:
2002
1 augustus
Mohammed B. komt voor het eerst in beeld, omdat hij
een stuk schrijft over normen en waarden met koranteksten in een blad van Buurtbeheer Over 't Veld.
29 augustus
De Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) komt bij een onderzoek naar
een andere radicale moslim Mohammed B. tegen. B. staat namelijk ingeschreven op het adres Marianne
Phillipsstraat 27 in Amsterdam, het adres waar ook het doelwit van de AIVD zou wonen. Onderzoek levert echter
geen spoor van het doelwit op.
december
Op het adres van B. worden huiskamerbijeenkomsten gehouden, zo rapporteert de
Regionale Inlichtingendienst (RID) aan de AIVD.
2003
29 januari
De RID meldt aan de AIVD dat twee jonge moslims worden vermist.
1 februari
De twee worden aangehouden aan de grens tussen Oekraïne en Rusland. De AIVD
trekt de conclusie dat beiden op weg waren naar Tsjetsjenië om deel te nemen aan de jihad. Een van de
twee blijkt later Samir A. te zijn.
Rondom 5 februari
De AIVD adviseert burgemeester Cohen van Amsterdam om te gaan praten met de
ouders van de jongens. Een "groots opgezet" onderzoek leidt tot de conclusie dat de reis niet professioneel
was opgezet.
Rondom 19 februari
De AIVD concludeert dat de reis van de twee duidt op "puberaal gedrag". Wel
zijn er aanwijzingen dat het om een breder fenomeen gaat en dat de twee onderdeel van een groepje zijn, het
zogeheten Hofstadnetwerk.
Voorjaar
Dit netwerk radicaliseert volgens de AIVD. De leider verblijft geregeld op het adres
van Mohammed B. in Amsterdam. B. zelf komt in deze fase "niet duidelijk naar voren". Hij lijkt de groep
vooral te ondersteunen, met zijn woonruimte en zijn auto.
September/oktober
Het onderzoek naar de Hofstadgroep komt in een stroomversnelling. De groep
vertoont "conspiratief gedrag". Mohammed B. behoort niet tot de kern van het netwerk, wel constateert de
regiopolitie dat hij radicaler wordt.
17 oktober
Vijf leden van het Hofstadnetwerk, onder wie Samir A., worden aangehouden in verband
met een terrorismeonderzoek. Op het adres van B. vindt een doorzoeking plaats, omdat een van de verdachten er
zou verblijven. Dat is niet het geval. Wel vindt de politie hier een in het Arabisch geschreven
martelaarsbrief. B. wordt nog steeds niet als "een belangrijke actor" beschouwd.
2004
21 april
De RID doet een zogeheten naslagonderzoek naar enkele leden van de
Hofstadgroep, onder wie Mohammed B.. Ook stuurt de dienst de AIVD een foto op van B..
2 mei
De AIVD vraagt de RID om informatie over de bewoners van het de Marianne Phillipsstraat
27, het adres van B..
Mei/juni
De naam van B. duikt regelmatig op in het onderzoek naar de geestelijk leider van de
Hofstadgroep, die 'de Syriër' wordt genoemd. Hij verblijft geregeld bij B..
Juni
Een aangehouden lid van de groep vertelt dat B. de martelaarsbrief die in oktober is
gevonden op de Marianne Phillipsstraat 27, heeft geschreven. Volgens de aangehouden man is B. "een gevaarlijk
persoon", die gelooft in de ideologie van Takfir. De AIVD gelooft dit niet, omdat de verdachte zelf bekend is
als zeer radicaal "en redenen heeft om de aandacht van zichzelf weg te leiden en zichzelf vrij te pleiten
door anderen te belasten". Bovendien heeft de ervaring de AIVD geleerd dat leden van radicaal-islamitische
netwerken "vrijwel altijd ontwijkende en misleidende antwoorden" geven.
30 juni
Samir A. wordt aangehouden op verdenking van het plegen van een overval op een
supermarkt. Bij de doorzoeking van zijn woning vindt de politie foto's, plattegronden en routebeschrijvingen
die duiden op voorbereidingen voor een aanslag. Van een mogelijke betrokkenheid van Mohammed B. blijkt
niets.
13 juli
Uit het onderzoek naar Samir A. blijkt dat er rondom hem een netwerk bestaat. De naam
van Mohammed B. valt ook.
21 juli
Het Openbaar Ministerie (OM) besluit om telefoons af te tappen, onder andere het nummer
van het huisadres van Mohammed B.. Deze taps leiden niet tot "relevante resultaten".
9 augustus
Het mobiele nummer van B. wordt getapt, omdat blijkt dat verschillende leden van de
Hofstadgroep met hem in contact staan. De tap wordt op 21 oktober beëindigd, omdat B. de telefoon niet
meer gebruikt.
29 september
Mohammed B. krijgt een proces-verbaal wegens zwartrijden in het openbaar vervoer.
Hij maakt amok en wordt aangehouden. De AIVD krijgt de papieren die eerder bij hem thuis zijn gevonden. De
papieren bevatten tal van telefoonnummers en e-mailadressen, waaruit blijkt dat de meeste contacten van B.
bekenden zijn uit het Hofstadonderzoek.
2 november
Theo Van Gogh wordt om kwart voor negen om het leven gebracht. Mohammed B. wordt
aangehouden als verdachte.
(Bron: ANP)