Stripschapprijs voor tekenaars Fokke en Sukke
21 aug 03
De geestelijk vaders van de half-naakte eend Fokke en zijn onafscheidelijke maatje Sukke, een half-naakte
kanarie, kijgen de Stripschapprijs 2003. John Reid (1968), Bastiaan Geleijnse (1967), en Jean-Marc van Tol
(1967) nemen tijdens de stripdagen in oktober de prijs in ontvangst.
"Het is een giller", was de eerste reactie van tekenaar Jean-Marc van Tol. "Het winnen van DE stripprijs van
Nederland is een hele eer. Fokke en Sukke geven wel eens af op de media, nu heb ik de hele dag journalisten
aan de telefoon en in mijn studio."
Fokke en Sukke danken hun namen aan een verbastering van de studenten-werkwoorden fokken (pesten of
treiteren) en sukken (iemand het bloed onder de nagels vandaan halen). De eend en de kanarie doen hun namen
eer aan door onophoudelijk met de actualiteit te spotten.
De cartoon verscheen in 1993 voor het eerst in het Amsterdamse studentenblad Propria Cures en had een veel
studentikozer karakter dan tegenwoordig. "Fokke en Sukke zijn nog steeds schalks maar de strips zijn nu een
stuk minder absurdistisch", zegt tekenaar van Tol.
"Toen wij tien jaar geleden begonnen hadden we een hekel aan actualiteit als input voor cartoons. Er was wel
een paar jaar voor nodig voordat we van nieuws als onderwerp voor onze strips zijn gaan houden."
De Stripschapprijs wordt uitgereikt door Het Stripschap, een onafhankelijke vereniging van stripliefhebbers,
en wordt gezien als een oeuvreprijs. Volgens Meerten Welleman van het bestuur van het Stripschap is de
overgang van studentenhumor naar humor voor een breed publiek reden voor het toekennen van de prijs.
"Fokke en Sukke is een unieke politieke strip. Er wordt een bepaalde vorm van durf en lef getoond die je niet
vaak ziet in de stripwereld. De makers hebben zichzelf heel duidelijk de opdracht gegeven verder te gaan dan
het geijkte actuele commentaar. De simpele en in feite karakterloze tekeningen maken dat de grap nog meer
verrast", aldus Welleman.
Het maken van Fokke en Sukke was in eerste instantie voor alle drie de tekenaars een bijbaan. De cartoon
heeft zoveel succes dat Jean-Marc van Tol nu full-time tekent. John Reid en Bastiaan Geleijnse zijn part-time
betrokken bij de strip. De cartoon verschijnt onder andere zes keer per week in NRC Handelsblad.
"We zijn begonnen met tekenen om onze eigen behoefte te bevredigen. De rottigheid in deze wereld smeekt om
het maken van grappen, het nodigt uit tot reflectie en zelfreflectie. Kennelijk bestaat er in de maatschappij
ook een grote behoefte aan dat soort humor ", aldus Jean-Marc van Tol.
(Bron: NOS Nieuws)