Weinig gulle giften voor Irak
23 okt 03
In 2004 heeft Irak 9 miljard dollar nodig voor de wederopbouw. Het is een blok aan het been van president
Bush: de wederopbouw van Irak. Terwijl hij het Amerikaanse Congres heeft gevraagd om 20 miljard dollar voor
de wederopbouw, wordt verwacht dat de bijdrage van andere landen die vandaag en morgen deelnemen aan de
donorconferentie in Madrid slechts twee miljard zal bedragen.
Dat bedrag staat in schril contrast tot de geschatte kosten van de wederopbouw van Irak: 75 miljard dollar.
Met hun bescheiden bijdragen geven veel van de deelnemende landen uiting aan hun scepsis met betrekking tot
de Amerikaanse plannen in Irak. Alleen Japan tast diep in de buidel en heeft 1,5 miljard toegezegd.
De Russische onder-minister van Buitenlandse Zaken Fedotov liet aan de vooravond van de donorconferentie
weten dat zijn land al helemaal niet plan is geld aan Irak te doneren. Wel zijn Russische bedrijven bereid
flink te investeren in de wederopbouw van Irak. Met het regime van Saddam Hoessein hebben Russische bedrijven
tal van deals gesloten voor het bouwen van energiecentrales en waterzuiveringsinstallaties. Fedotov sprak de
hoop uit dat deze afspraken op korte termijn goedgekeurd zullen worden door de huidige autoriteiten.
Verrassend genoeg heeft Israël, dat niet is uitgenodigd voor de donorconferentie, aangegeven wel bereid
te zijn om Irak financieel te steunen. Volgens de Israëlische ambassadeur in Spanje is de economische
situatie van Israël niet rooskleurig. "Maar als we om een bijdrage worden gevraagd, zullen we het
overwegen."
Het Nederlandse kabinet is bij nader inzien toch bereid een extra bijdrage te leveren aan de wederopbouw van
Irak. Staatssecretaris Wijn van Financiën zal in Madrid namens het kabinet 13 miljoen euro
bijdragen.
De landen die kritisch staan ten opzichte van de Amerikaanse aanwezigheid in Irak brengen hun scepsis niet
alleen in geld tot uiting, maar ook in de zwaarte van de delegatie die naar de donorconferentie wordt
gestuurd. Zo sturen Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië niet hun minister van Buitenlandse Zaken,
maar lager geplaatste functionarissen. De Amerikanen zullen wel op het hoogste niveau vertegenwoordigd zijn.
Zij sturen minister Powell van Buitenlandse Zaken en minister John Snow van Financiën.
(Bron: NOS Nieuws)