Steden: opvang asielzoekers die niet terug kunnen
27 jan 04
De grote steden willen zwart op wit de toezegging dat zij opvang mogen bieden aan uitgeprocedeerde
asielzoekers die, zonder dat ze er zelfs iets aan kunnen doen, niet terug kunnen naar hun herkomstland. In de
brief die minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie vrijdag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd,
staat dit niet duidelijk genoeg. "Nu is het op twee manieren uit te leggen.''
Dat stelt de Utrechtse wethouder H. Spekman maandag. Volgens hem is in het overleg tussen Verdonk, de vier
grote steden en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op 9 januari mondeling afgesproken dat in deze
specifieke gevallen nog wel opvang moet zijn. "We zouden dat in samenspraak op papier zetten maar dat is niet
gebeurd. Nu staat het in de Kamerbrief, maar het blijft te vaag. Er moet een aanvulling op komen.''
Spekman is bang dat het zogeheten buitenschuldcriterium en de gevolgen voor de opvang straks niet goed worden
geïnterpreteerd. "Daarom willen we precies weten wie er onder vallen en wie niet. Het gaat om mensen die
terug willen en daar aan meewerken maar bijvoorbeeld worden geweigerd door de ambassade.''
De Utrechtse PvdA-wethouder vindt dat deze mensen moeten worden opgevangen, langer dan de twee maal acht
weken die Verdonk heeft aangegeven. "Of deze personen moeten een verblijfsvergunning krijgen'', aldus
Spekman, die over de kwestie contact heeft gehad met de andere steden.
Verdonk heeft vrijdag wel herhaald dat asielzoekers die aantoonbaar buiten hun schuld echt niet terug kunnen,
alsnog een verblijfsvergunning krijgen. Een en ander is echter vaak moeilijk aan te tonen, menen
vluchtelingenorganisaties. De bewijslast ligt bij de asielzoeker zelf.
Verdonk praat maandag met de VNG over haar plannen voor het terugkeerbeleid.
(Bron: ANP)