Scheurtjes in imago Condoleezza Rice door '11 september'
7 apr 04
Condoleezza Rice, de Nationale Veiligheidsadviseur van de Verenigde Staten, getuigt op donderdag 8 april
in het openbaar voor de commissie die de terreuraanslagen van 11 september 2001 onderzoekt. Zij zal de
commissie ervan moeten overtuigen dat de regering-Bush de dreiging van het terreurnetwerk al-Qaeda in de
periode voor 11 september wel degelijk serieus genoeg nam.
Richard Clarke, die jarenlang adviseur was van het Witte Huis inzake terreurbestrijding, zei op 24 maart voor
de onderzoekscommissie dat dit niet het geval was. Volgens hem waren president George W. Bush en zijn
veiligheidsteam geobsedeerd door het ten val brengen van het regime van Saddam Hoessein in Irak, terwijl het
werkelijke gevaar uit de hoek van militante moslimfundamentalisten kwam.
De krant The Washington Post schreef op 1 april dat de prioriteit van de regering-Bush aanvankelijk niet lag
bij de bestrijding van terrorisme maar bij de verdediging tegen langeafstandsraketten. Volgens het dagblad
zou Rice op 11 september een toespraak houden waarin zij een lans zou breken voor een uitgebreid
raketafweersysteem.
In de rede die Rice had voorbereid werd het terrorisme slechts zijdelings aangestipt. Namen als al-Qaeda en
Osama bin Laden kwamen er niet in voor, aldus The Washington Post. De toespraak van Rice ging uiteindelijk
niet door omdat zij zich schuil moest houden in een bunker na de verwoestende aanslagen in New York en
Washington.
De onthullingen hebben ervoor gezorgd dat het imago van Rice, die tot dusver bekend stond als een zeer
deskundige en erudiete vrouw, scheurtjes begint te vertonen. Rice is een van de voornaamste raadgevers van
president Bush op het gebied van nationale veiligheid en internationale betrekkingen en wordt gezien als een
cruciale strateeg achter diens buitenlandse beleid.
Rice (49) studeerde politieke wetenschappen aan de universiteit van Stanford. Daarnaast behaalde zij een
graad in internationale studies. Zij is gespecialiseerd in Russische en Oost-Europese kwesties.
De voormalig Democrate werd in 1987 aangesteld als adviseur in de top van de Amerikaanse strijdkrachten.
Daarna verdiende Rice haar sporen als raadgever van president Ronald Reagan en zijn opvolger George Bush.
Laatstgenoemde introduceerde haar in 1989 tijdens een bezoek aan Moskou aan Sovjetleider Michail Gorbatsjov.
"Deze vrouw vertelt mij alles wat ik over de Sovjetunie moet weten.''
In de aanloop naar de verkiezingen in 2000 stond zij George W. Bush bij bij spreekbeurten over buitenlandse
en defensiethema's. Aan het begin van dat jaar zette zij zelf haar visie uiteen over hoe de Amerikaanse
buitenlandse politiek er in de toekomst uit zou moeten zien, in een toonaangevend Amerikaans blad voor
internationale betrekkingen.
Zij bepleitte een versterking van de Amerikaanse strijdkrachten. Niet voor vredesmissies als die op de
Balkan, want het Amerikaanse aandeel daarin zou volgens haar moeten worden teruggebracht, maar om het hoofd
te kunnen bieden aan 'schurkenstaten' als Irak en Noord-Korea.
Haar voorganger Samuel Berger heeft naar eigen zeggen Rice bij haar aantreden gewaarschuwd dat niet deze
landen maar al-Qaeda de voornaamste bedreiging vormde voor de VS. Hij zei haar dat ze alles op alles moest
zetten om Osama bin Laden te pakken te krijgen. Dat verklaarde Berger op 23 maart tegenover de
onderzoekscommissie.
Donderdag zal Rice antwoord moeten geven op de vraag of zij deze waarschuwingen ter harte heeft
genomen.
(Bron: ANP)