AIVD schetst somber beeld terreurbestrijding
28 apr 04
De bestrijders van het internationale moslimterrorisme staan niet op winst. Het perspectief daarop
ontbreekt zelfs. De dreiging van aanslagen in West-Europa en in Nederland is aanzienlijk. Er is geen enkele
reden om aan te nemen dat deze dreiging tijdelijk van aard is. Zij zal nog jarenlang deel uitmaken van onze
samenleving.
Dit sombere beeld schetste het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), S. van Hulst,
woensdag bij de presentatie van het jaarverslag 2003 van zijn dienst. Daarbij staat het voorkomen van
aanslagen centraal. Het inlichtingenwerk van de AIVD is daarbij van cruciaal belang.
Volgens Van Hulst hebben de bloedige aanslagen in Madrid op 11 maart andermaal bewezen dat "de slagkracht van
het terrorisme nog immer groot en feitelijk dichtbij is''. De bestrijders hebben terroristen wel slagen
toegebracht, maar dat zijn slechts relatieve, kortetermijnsuccessen. Terroristische cellen zijn ontmanteld,
kopstukken opgepakt en geldstromen in zicht gebracht.
"Hier staan grote tegenslagen tegenover'', aldus Van Hulst. Het islamistisch terrorisme is bepalend voor de
agenda van de politieke leiders in het Westen en beïnvloedt beurskoersen en zelfs
verzekeringspremies.
Van Hulst constateert dat terroristische netwerken steeds meer autonoom, regionaal en zelfs lokaal opereren,
waardoor zij steeds lastiger zijn bloot te leggen en onschadelijk te maken. Deze netwerken richten zich
steeds meer op zogeheten soft targets; personen of objecten die, omdat ze gemakkelijk te benaderen of
toegankelijk zijn, een gemakkelijk doelwit vormen.
Tussen de netwerken bestaan vaak diffuse, internationale relaties. De AIVD telt in Nederland circa 150
personen die banden hebben met dergelijke netwerken. Het gaat om een sterk wisselende groep, met
internationale contacten. De AIVD spant zich in om zicht te krijgen op de activiteiten en reisbewegingen van
"kleine, zeer gesloten netwerken'', aldus Van Hulst.
De dienst heeft daarbij van meet af aan gekozen voor een brede benadering. De AIVD heeft aandacht voor
"radicaleringsprocessen, de rol van moskeeën en financiële stromen''. Van Hulst benadrukte dat
slechts een paar imams in moskeeën radicale boodschappen uitdragen.
Hij waarschuwde er echter voor dat niet alleen politiek-radicale maar ook ultra-orthodoxe boodschappen,
waarin de strikte naleving van islamitische wetten en een extreme afzijdigheid van de westerse samenleving
wordt gepredikt, radicalisering van "een deel van de Marokkaanse gemeenschap in de hand kunnen
werken''.
Daarbij tekende hij aan dat maar een klein deel van de in Nederland wonende moslims radicale dan wel
ultra-orthodoxe ideeën aanhangt. Ook is volgens hem gebleken dat een aantal imams inmiddels een
gematigder toon aanslaat. De AIVD beschouwt "een tiental moskeeën'' als radicaal en niet-Westers en
houdt deze extra in de gaten. Een van deze moskeeën is de El Tawheed in Amsterdam-West.
Jongeren blijken nog steeds ontvankelijk voor het radicale moslimgedachtengoed. Personen die hen willen
rekruteren voor de jihad spelen volgens Van Hulst in op "het in hun ogen slechte integratieprespectief'' van
deze kwetsbare groep. De belangstelling voor de jihad kan op zeer jeugdige leeftijd gestalte krijgen.
"Jongeren van 16 of 17 jaar oud zijn geen uitzondering'', aldus Van Hulst.
(Bron: ANP)