Klimaatonderzoeker: filmdrama onrealistisch
26 mei 04
De klimaatramp die zich voltrekt in de bioscoopfilm 'The Day After Tomorrow', is niet realistisch. Dat zeggen
klimaatonderzoekers van het KNMI die de film in de voorpremière hebben gezien.
In The Day After Tomorrow verandert het noordelijk halfrond binnen een week in een ijslandschap door een
abrupte klimaatverandering. Hoofdrolspeler is een klimaatwetenschapper die waarneemt hoe een enorme ijsschots
op Antartica afbreekt, het begin van de weersomslag.
"De kans op een abrupte klimaatverandering zoals geschetst in het scenario is in deze eeuw, laat staan in de
nabije toekomst, uitermate klein", aldus klimaatonderzoeker R. van Dorland van het KNMI maandag.
De makers van The Day After Tomorrow slagen erin duidelijk te maken dat mondiale opwarming de kans op een
abrupt lokaal afkoelende klimaatverandering vergroot, schrijft Van Dorland. "Maar met abrupt bedoelen
klimaatwetenschappers enkele tientallen jaren", benadrukt hij. Volgens de meest recente onderzoeken is het op
aarde als gevolg van het broeikaseffect in het jaar 2100 maximaal 5,8 graden warmer. Hetzelfde rapport noemt
de kans op dit uiterste scenario uiterst klein. "Ook van een nieuwe ijstijd zal geen sprake zijn."
In de film komt door een overvloed van zoet water in de Atlantische Oceaan de zogenoemde warme Golfstroom tot
stilstand en koelt het noordelijk halfrond af. Een hagelbui in Tokio, sneeuw in India, een serie verwoestende
tornado's in Los Angeles en drie superstormen volgen. In het oog van deze superstormen daalt de temperatuur
met 10 graden per seconde en bevriest alles en iedereen van het ene op het andere moment, zoals "visueel
overtuigend" gebeurt in Manhattan.
Greenpeace heeft de film aangegrepen om aandacht te vragen voor het broeikaseffect. "De klimaatverandering is
al begonnen. Vandaag kunnen we kiezen voor schone energie. Morgen zou het wel eens te laat kunnen zijn",
luidt de boodschap van Greenpeace.
(Bron: ANP)