'Pentagon maakte rapport over geoorloofde foltering'
8 jun 04
De Amerikaanse regering hoeft het in bijzondere gevallen niet zo nauw te nemen met de internationaal
geldende regels die marteling verbieden. Amerikaanse juristen hebben hierover voor het Pentagon een lijvig
stuk opgesteld dat rond de aanval op Irak in het voorjaar van 2003 gereedkwam.
Hun advies luidde: martelen mag indien de president dat als hoogste bevelhebber noodzakelijk acht voor het
land. Een folteraar die meent met marteling een ernstig gevaar voor het land te kunnen afwenden, zou zich
bovendien kunnen beroepen op zelfverdediging. Het stuk bevatte voorts een uitgebreide specificatie van
talrijke geoorloofde ondervragingstechnieken, omdat er behoefte was aan een "minder verkrampte kijk op wat
martelen is en wat niet".
Het Amerikaanse dagblad The Wall Street Journal heeft maandag bericht de ontwerptekst van dit uiterst geheime
stuk, gedateerd 6 maart 2003, te hebben ingezien. De uiteindelijke versie was volgens de krant enkele dagen
later waarschijnlijk nauwelijks anders dan het uitgelekte ontwerp.
Een woordvoerder van het Pentagon stelde maandagavond in een afgemeten antwoord dat de regering nimmer
toestemming heeft verleend om gedetineerden te martelen. Hij wilde verder niet ingaan op de inhoud van het
bericht in de zakenkrant.
De juridische analyse waarover The Wall Street Journal berichtte, stelt dat "niets belangrijker is dan het
verkrijgen van inlichtingen die vitaal zijn voor de veiligheid van talrijke Amerikanen. Daarbij is het
mogelijk dat de normale regels over marteling niet van toepassing zijn". De president heeft als
opperbevelhebber vrijwel onbeperkte macht in geval van een oorlog.
De juristen maakten het rapport voor minister van Defensie Rumsfeld. Die kreeg in 2002 klachten van
commandanten van het Amerikaanse gevangenenkamp aan de Baai van Guantánamo. Ze stelden daar dat de
gedetineerde, vermoedelijke terroristen met inachtneming van de bestaande regels te weinig spraakzaam bleken.
De juristen wistenvervolgens raad. Zij stelden in hun rapport dat de president niet is gehouden aan de
regels. Zijn ondergeschikten die martelen, kunnen voorts niet worden vervolgd door de Amerikaanse justitie
omdat ze handelen in opdracht van de opperbevelhebber.
"De president is gemachtigd, ondanks nationale en internationale wetten die marteling beperken, als
opperbevelhebber om bijna alle fysieke of psychologische acties tijdens een ondervraging goed te
keuren."
Een voorman van een juridische actiegroep, Michael Ratner, uitte tegen de Wall Street Journal zijn
verbijstering: "De claim dat de president als opperbevelhebber ook de macht heeft om te laten folteren is
ongehoord (..). Wat zou de reactie zijn indien mensen die terechtstaan wegens gruwelen in voormalig
Joegoslavië deze verdediging zouden aanvoeren?"
Critici menen dat het uitgelekte rapport indruist tegen de belofte van Washington zich te houden aan de
VN-conventie die marteling verbiedt. De VS ratificeerden die conventie in 1994.
Het is niet duidelijk of de Amerikaanse autoriteiten daadwerkelijk veel met de juridische openbaringen hebben
gedaan. Evenmin is het bekend of president Bush het stuk ooit heeft gezien.
De commandant van het kamp Guantánamo, generaal James Hill, zei wel dat hij in april 2003 van Rumsfeld
een lijst van 'geoorloofde ondervragingstechnieken' kreeg. De minister moest voor het gebruik van vier van de
technieken speciaal toestemming geven. Die zijn slechts gebruikt tegen twee gevangenen volgens Hill.
"Guantánamo is een professioneel en humaan kamp, waar opsluiting en ondervragingen plaatsvinden in
overeenstemming met de wet en het Amerikaanse karakter", aldus de generaal. Sommige opstellers van het
rapport hebben later bezworen dat het juist was bedoeld om ongecontroleerde en geïmproviseerde uitwassen
uit te sluiten.
072228 jun 04