Hof veroordeelt twee moslim-extremisten voor terrorisme
21 jun 04

Het gerechtshof in Den Haag heeft maandag twee moslimmannen veroordeeld tot zes en vier jaar gevangenisstraf
voor deelname aan een internationale criminele organisatie die een bomaanslag in Parijs wilde plegen. Het is
voor het eerst dat moslim-extremisten in Nederland voor betrokkenheid bij terrorisme zijn veroordeeld.
Het gaat om respectievelijk de 29-jarige J.C. en de Algerijn A.R. (32). De aanklager had zes en vijf jaar
gevangenisstraf tegen hen geëist.
C. en R. worden door justitie rechtstreeks in verband gebracht met een voorgenomen aanslag op de Amerikaanse
ambassade in Parijs, georganiseerd door het terreurnetwerk al-Qaeda van Osama bin Laden. De rechtbank in
Rotterdam had deze verdachten hiervoor eerder vrijgesproken.
De rechters in Rotterdam deden dit in december 2002, omdat het Openbaar Ministerie hen aanhield en
huiszoeking bij hen deed, louter op informatie van de toenmalige BVD, nu de Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst (AIVD). Deze handelwijze was volgens de rechters in Rotterdam onrechtmatig. De aanklagende
instantie had eerst zelf onderzoek moeten doen voordat zij tot aanhouding overging, vond de rechtbank in
Rotterdam.
Het hof in Den Haag vindt dat justitie wel heeft mogen handelen zoals het gedaan heeft. Het mag zolang niet
duidelijk wordt gemaakt dat de AIVD buiten haar boekje is gegaan bij het vergaren van de informatie. Dat is
in deze zaak niet aangetoond, menen de raadsheren. In Nederland zijn er in de visie van het hof in principe
andere instanties dan rechters die de AIVD moeten controleren.
Het omstreden vonnis uit Rotterdam zette de bestrijding van terrorisme in Nederland onder druk, erkende
minister Donner van Justitie na de uitspraak van de rechtbank in Rotterdam in 2002. Daarom ligt er nu
inmiddels een wetsvoorstel van de bewindsman die het voor rechters beter mogelijk moet maken om informatie
van de AIVD te toetsen.
Ook stemt de Eerste Kamer dinsdag over een nieuwe wet, waardoor verdachten van terroristische misdrijven tot
hogere straffen kunnen worden veroordeeld. Het hof in Den Haag erkende maandag dat er op dit moment geen
goede regelgeving in Nederland is voor het aanpakken van terrorisme.
Persadvocaat-generaal B. Edelhauser is zeer tevreden over de uitspraak van het hof. "Dit is een goed signaal
naar buiten, naar terroristen die denken vanuit Nederland te kunnen opereren omdat ze moeilijk te vervolgen
zijn. Dit heeft een preventieve werking", meent ze. Ook is het volgens haar heel belangrijk dat het hof vindt
dat AIVD-informatie gebruikt mag worden om snel dwangmiddelen in te zetten als dat nodig is, zoals het
aanhouden van vermoedelijke terroristen.
C. en R. ondersteunden direct de cel die werd ingezet om door middel van een zelfgemaakte bom de Amerikaanse
ambassade in Parijs op te blazen. C. had veel contacten met onder anderen N. Trabelsi die de zelfmoordaanslag
had moeten plegen. C. wordt gezien als de verbindingspersoon van de groep terroristen die verantwoordelijk
was voor het uitvoeren van de aanslag, die werd voorkomen.
C. en R. genereerden met drie overige verdachten geld voor het voorbereiden en uitvoeren van aanslagen. Ze
verdienden volgens Haverkate grote sommen geld met de fraude met creditcards en het verkopen van valse
merkkleding. Ook handelden ze in valse identiteitsdocumenten. Die zouden ook van pas komen bij het plegen van
de aanslag.
Door de aanslag hadden veel mensen gedood kunnen worden. Een zware straf is daarom ook op zijn plaats, vindt
het hof: "Terroristische activiteiten hebben een ontwrichtbaar karakter en kosten veel mensenlevens''.
Vier van de vijf verdachten verblijven inmiddels in het buitenland, nadat ze in Rotterdam werden
vrijgesproken. Dat vindt het hof een onwenselijke situatie. Het rechtscollege beval het OM daarom ook de
gevangenneming van C. en R. "Er bestaat gevaar voor herhaling.''
(Bron: ANP)