Vijftien doden door gasexplosies Waals bedrijfsterrein

Twee ongekend hevige gasontploffingen onder een industrieterrein in het Waalse Ghislenghien hebben vrijdag het leven gekost aan zeker vijftien personen. Onder de slachtoffers bevinden zich vooral brandweerlieden uit het nabijgelegen Ath, politiemensen en personeel van een nutsbedrijf. Verder zijn er in 120 gewonden, onder wie ruim dertig zwaar verbranden. Voor het leven van zeker twee zwaargewonden wordt gevreesd.

De ramp vond plaats even voor negen uur in de ochtend, toen brandweer en politie juist het bedrijfsterrein op ongeveer vijftig kilometer ten zuidwesten van Brussel ontruimden. Dat gebeurde, nadat bij graafwerkzaamheden een gat van negentig centimeter was ontstaan in een internationale transportleiding van de Belgische kust tot aan de Franse grens, die dwars onder het terrein doorloopt.

De explosies leidden tot een enorme vuurzee van zo'n honderd meter hoog, die tot tientallen kilometers in de omgeving zichtbaar was. Het vuur bleef ook bijna een half uur lang zeer hevig branden en verschroeide een groot deel van het industrieterrein. De Belgische minister van Defensie Flahaut, die het terrein kort na de ramp bezocht, stelde dat een bedrijfspand "gewoonweg gesmolten" was. De ramp had nog erger kunnen zijn, omdat de 250 werknemers van het betrokken bedrijf nog niet aan de slag waren in het pas opgeleverde pand. Op de plaats van de explosie bleef een meters diepe krater achter. Vele ontplofte auto's brandden volledig uit. De ravage in en om het langdurig geïsoleerde Ghislenghien is enorm.

De vuurzee bereikte ook de nabijgelegen snelweg E429 tussen Brussel en Doornik. De hitte en het vuur waren zo hevig dat vrachtwagenchauffeurs in hun cabine brandwonden opliepen. Sommige automobilisten zetten in nood hun auto langs de kant van de snelweg om in de velden een veilig heenkomen te zoeken. Ooggetuigen stelden dat de ontploffingen aanvoelden als een zware aardbeving.

Het Belgische leger en ook Franse hulpdiensten zetten onmiddellijk een tiental helicopters in om gewonden te vervoeren naar brandwondencentra in Lille, Parijs, Brussel, Leuven en Luik. In de Franse ziekenhuizen liggen twaalf gewonden. De Belgische premier Verhofstadt onderbrak zijn vakantie in Italië om ter plaatse de noodtoestand in ogenschouw te nemen.

Verhofstadt sprak vrijdag van "de grootste nationale ramp die België in drie decennia heeft getroffen" na een mijnexplosie in het Waalse Marcinelle en een gasontploffing in Martelange bij Luxemburg in de jaren vijftig en zeventig. De dag van de uitvaart van de slachtoffers wordt ook een dag van nationale rouw. Tot die tijd zullen aan alle officiële Belgische gebouwen de vlaggen halfstok hangen. "Heel ons land is in rouw", aldus de premier.

Vanuit het buitenland kwamen al snel diverse solidariteits-betuigingen en een uitgebreid hulpaanbod op gang. Koningin Beatrix, premier Balkenende, paus Johannes Paulus II en de Franse president Chirac betuigden de Belgische koning Albert en Verhofstadt hun leedwezen. De Belgische koning onderbrak vrijdag ook zijn vakantie om zaterdag de plek van de ramp te bezoeken. België heeft vooralsnog overigens geen behoefte aan opvangplaatsen in Nederlandse brandwondencentra.

Pas tegen het eind van de middag was het explosiegevaar op het industrieterrein geweken en werd de snelweg weer vrijgegeven voor alle verkeer. Burgemeesters van omliggende gemeenten vragen inmiddels om onderzoek van gruis dat na de explosies zelfs tot in Vlaanderen toe neerdaalde. De burgervaders vrezen dat het steengruis giftige stoffen bevat. Volgens premier Verhofstadt is daarvan geen sprake.

(Bron: ANP)