Kamer praat over militairen in Irak

De Tweede Kamer voelt dinsdag minister Kamp van Defensie aan de tand over de veiligheid van de Nederlandse militairen in Irak. Aanleiding was de aanval op de Nederlanders, ruim een week geleden, waarbij een 29-jarige marechaussee om het leven kwam en vijf andere militairen gewond raakten.

Een Kamermeerderheid is bang dat de Nederlanders ter plaatse slecht geïnformeerd zijn, nu ze daarvoor afhankelijker zijn geworden van de Irakezen. Minister Kamp erkende vorige week in een brief aan de Tweede Kamer dat de inlichtingenpositie kan worden verbeterd. Hij kondigde die verbetering aan, maar over concrete aanpassingen wilde de bewindsman niet uitweiden. Hij is wel bereid de Tweede Kamer daar vertrouwelijk over te informeren.

Kamp erkende tevens dat de spanningen in de heilige stad Najaf ook de veiligheidssituatie van de Nederlanders in het zuiden beïnvloeden. Hij ging niet in op de vraag in hoeverre Nederland en de andere landen die bijdragen aan de vredesmacht nog invloed op de situatie in Najaf kunnen uitoefenen.

Na de aanslag van vorige week kondigde de minister aan de Nederlanders uit te rusten met extra bewapende terreinwagens, Patria-pantserwielvoertuigen en twee extra infanteriepelotons.

Volgens oppositiepartij GroenLinks werken extra bescherming en versterking averechts en leiden die tot escalatie van geweld. De SP wil weten hoelang de inlichtingenpositie van de militairen in Irak al slecht was. De SP en GroenLinks zijn altijd al tegen de missie geweest en vinden dat de Nederlandse militairen naar huis moeten.

Ook de PvdA, CDA en D66 hebben vragen over de informatievoorziening van de Nederlanders. Ze zijn overigens net als de VVD wel tevreden met de maatregelen van Kamp. Net zoals ze Kamps conclusie onderschrijven dat de missie van de militairen ondanks alles nog steeds uitvoerbaar is, hoewel de PvdA daar nog wel wat vraagtekens bij plaatst. Als het aan de sociaal-democraten ligt, komt ook minister Bot van Buitenlandse Zaken uitleggen wat andere partijen dan de Verenigde Staten en Irak nog voor invloed op de conflicten in Najaf kunnen uitoefenen.

(Bron: ANP)