Meer dan duizend Amerikaanse doden in Irak
8 sep 04
De verliezen van de Amerikaanse strijdkrachten in Irak hebben de duizend overschreden, aldus het Pentagon.
Achttien maanden na de door de Amerikanen geleide invasie zei de Amerikaanse minister Donald Rumsfeld van
Defensie dat het geweld in de aanloop naar de verkiezingen in Irak de komende maanden verder zal
toenemen.
Volgens de officiële teller van het Pentagon staat het dodental op 1001. Maar in de nacht van dinsdag op
woensdag stierf opnieuw een Amerikaanse militair bij een aanval. In totaal kwamen 756 militairen om in
gevechtshandelingen, terwijl 246 het leven lieten door onder meer ongevallen en zelfmoorden. Meer dan 6900
militairen raakten gewond.
In Irak is de afgelopen weken de strijd opgevlamd. Het aantal aanvallen op Amerikaanse militaire eenheden
steeg naar 2700 in augustus. In maart lag dat cijfer nog op zevenhonderd. Volgens generaal Richard Myers, de
hoogste Amerikaanse militair, wordt "de vijand steeds geavanceerder in zijn pogingen om het land te
destabiliseren".
Rumsfeld zei dat het Amerikaanse leger en de coalitietroepen in augustus "vermoedelijk" tussen de 1500 en
2500 "voormalige elementen van het regime van Saddam Hoessein, criminelen en terroristen" hebben gedood. In
november schatte de Amerikaanse generaal John Abizaid, die het bevel voert over de troepen in het
Midden-Oosten, het aantal opstandelingen in Irak nog op ongeveer 5000.
Het Witte Huis stond stil bij de gevallenen in Irak. "Wij herdenken, eren en rouwen om diegenen die het
ultieme offer hebben gebracht", zei zegsman Scott McClellan volgens de BBC. Het beste om hen te gedenken is
door de strijd tegen het terrorisme voort te zetten, zei hij. De Democratische presidentskandidaat John Kerry
sprak van een "tragische mijlpaal".
In Irak wordt hevig gevochten bij Fallujah. Deze soennitische stad is woensdag opnieuw door Amerikaanse
vliegtuigen bestookt. Bij nachtelijke gevechten kwamen hier acht Irakezen om, terwijl dinsdag zeker honderd
opstandelingen het leven hier verloren bij gevechten met het Amerikaanse leger. Het is een vergelding voor
een bomaanslag een dag eerder waarbij zeven Amerikaanse militairen en drie Iraakse soldaten stierven.
De macht van de opstandelingen is het grootst in Fallujah, Ramadi, Samarra en Baquba. Zij hebben deze steden
in de zogenoemde 'soennitische driehoek' volgens sommige bronnen grotendeels onder controle. Daarnaast zijn
er nog enkele sjiitische enclaves zoals Sadr City in Bagdad waar het verzet tegen de Amerikanen groot is. Ook
hier braken dinsdag zware gevechten uit waarbij veertig doden aan Iraakse zijde vielen.
Generaal Myers en minister Rumsfeld zeiden op een gezamenlijke persconferentie dat de herovering van deze
'safe havens' van rebellen de belangrijkste opgave is voor de Iraakse interim-regering. Maar Iraakse troepen
zullen volgens Myers de strijd niet voor het eind van het jaar aangaan. De 95.000 Iraakse militairen zijn
niet eerder gereed voor zo'n operatie.
Een hoge Amerikaanse functionaris zei tegen The New York Times dat de interim-regering van premier Iyad
Allawi eerst enkele maanden zal proberen te onderhandelen met de opstandelingen om ze te overtuigen de wapens
neer te leggen. Uiterlijk eind januari moeten in Irak verkiezingen plaatsvinden. De vraag is of een nationale
stembusgang wel kan plaatsvinden als die in grote delen van het soennitische gebied niet kan worden
gehouden.
(Bron: ANP)