Prominente hulpverleenster in Irak ontvoerd
19 okt 04
In het westen van de Iraakse hoofdstad Bagdad is dinsdag de Brits-Iraakse hulpverleenster Margaret Hassan
ontvoerd. Hassan werkt sinds 1992 voor de hulpverleningsorganisatie CARE in Irak. Ze heeft de Iraakse
nationaliteit en is met een Iraakse man getrouwd. Ze woont al meer dan dertig jaar in het Arabische land.
Hassan is voor veel televisiekijkers in de Verenigde Staten geen onbekende. Ze is veelvuldig op televisie
verschenen bij onder meer CNN. The Washington Post omschreef haar als "een van de bekendste hulpverleensters
in Irak". Ook in Groot-Brittannië is ze bekend. Daar reageerde de regering geschokt op het
ontvoeringsbericht. Veel Britten zijn nog in de ban van de recente onthoofding in Irak van hun landgenoot Ken
Bigley.
De in Londen geboren Hassan heeft voor en tijdens de oorlog verscheidene malen gewezen op de slechte
humanitaire situatie in haar land. De deelname van Groot-Brittannië aan de oorlog noemde ze eerder
"treurig". Ze zei kort voor het begin van het militaire conflict tegen The Newcastle Journal in Irak te
willen blijven. Ze zei niet bang te zijn voor vergeldingsacties van Irakezen.
Hassan is het jongste slachtoffer van een lange reeks van ontvoeringen in Irak, die tot dusver aan zeker
dertig mensen het leven heeft gekost. De ontvoerders richten zich vooral tegen staatsburgers uit landen die
militair of logistiek deelnemen aan de oorlog en tegen medestanders van de tijdelijke Iraakse regering.
Nog altijd gelden inwoners van onder meer Canada, Egypte, Frankrijk, Jordanië, Koeweit, Libanon,
Somalië, Syrië, Turkije, de VS en Zweden als gegijzeld in het Arabische land. Daarenboven is ook
een onbekend aantal Irakezen in handen van ontvoerders, maar deze gijzelingen halen nog maar zelden de
internationale pers.
In sommige gevallen zijn de gijzelnemers 'ordinaire' criminelen die geld willen zien. Maar onder meer de
nietsontziende groep rond de Jordaniër Abu Musab al-Zarqawi gebruikt de ontvoeringen vooral om de
internationale publieke opinie, via Arabische nieuwszenders, te bespelen en de chaos in Irak alleen maar te
vergroten.
Talrijke hulporganisaties, maar ook mediabedrijven, hebben als gevolg van de ontvoeringen hun mensen uit Irak
teruggetrokken. De VS, met het grootste contingent militairen in Irak, hebben de grootste moeite de situatie
onder controle te houden. Nog altijd zijn er ook te weinig Irakezen die als agent of militair toetreden tot
de nationale veiligheidstroepen.
Een Amerikaanse generaal-majoor, verantwoordelijk voor de veiligheid in Bagdad, zei dinsdag dat er alleen al
in de hoofdstad een tekort is aan 10.000 Iraakse agenten. Volgens Pete Chiarelli, die daarmee afstand nam van
eerdere verklaringen uit Washington, kan het nog wel zeker acht maanden duren voordat Bagdad voldoende
Iraakse agenten op straat heeft lopen. Iraakse veiligheidstroepen en de Irakezen die voor een functie in die
troepen in opleiding zijn of er solliciteren, zijn geregeld doelwit van aanslagen.
Dinsdag werd een basis van de Iraakse Nationale Garde ten noorden van Bagdad nog getroffen door
mortiergranaten. Er vielen zeker vier doden en nog eens ongeveer negentig mensen raakten gewond. De
gouverneur van een Noord-Iraakse provincie overleefde op zijn beurt een aanslag op zijn leven.
(Bron: ANP/AFP/EFE)