Remkes onder vuur door werkwijze AIVD

Minister Remkes van Binnenlandse Zaken is donderdag in de Tweede Kamer scherp ondervraagd over de manier waarop de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) de verdachte van de moord op Theo van Gogh in de gaten hield.

De verdachte Mohammed B. was wel bekend bij de AIVD, maar stond niet op de lijst van 170 personen die door de AIVD intensief gevolgd werden. De dienst wist wel dat hij een zelfmoordtestament zou hebben geschreven, in zijn woning vergaderruimte bood aan een netwerk van radicaal-islamieten en dat B. bekend was bij justitie. Toch werd ervan uitgegaan dat hij slechts een ondersteunende rol had in het netwerk waar hij deel van uitmaakte.

Fractieleiders Dittrich (D66), Halsema (GroenLinks), Bos (PvdA), Van Aartsen (VVD) en Wilders (eenmansfractie) betwijfelden of de juiste keuze is gemaakt door B. niet op de lijst te plaatsen. Wilders ontwaarde "geen begin van een overtuigend verhaal" in het betoog van Remkes.

Andere leden van het netwerk die wel op de lijst van 170 staan, onderscheidden zich van B. doordat zij naar Pakistan en Portugal reisden en dichter bij de geestelijk leider van de groep stonden.

Remkes zei dat de lijst van personen die intensief gevolgd worden, bestaat uit 150 tot tweehonderd personen. Het aantal kan groter worden doordat nieuwe personen in beeld komen, en kleiner als mensen het land worden uitgezet. Remkes sprak over een nieuwe aanpak, waarmee pas dit jaar begonnen is en die gebaseerd is op uitwisseling van informatie tussen Openbaar Ministerie, AIVD, politie en Immigratie- en Naturalisatiedienst. "Het is een illusie te denken dat dit van vandaag op morgen al een volmaakt systeem is", aldus Remkes.

Volgens Remkes waren er geen aanwijzingen dat B. zelf een aanslag zou gaan plegen. Bovendien valt volgens de minister te betwijfelen of plaatsing van B. op de lijst de moord had kunnen voorkomen.

(Bron: ANP)