Dit is het NOVA-archief. Vind en bekijk de NOVA-reportages, dossiers, en opinie-artikelen.

Verklaring tegenover de pers van Abdul-Jabbar van de Ven

24 nov 04

Verklaring tegenover de pers van Abdul-Jabbar van de Ven naar aanleiding van zijn uitspraken bij het Elfde Uur.

Amsterdam, woensdag 24 november 2004

"Islamitisch godsdienstleraar Abdul-Jabbar van de Ven wil Kamerlid Wilders dood hebben", is de kop zoals die nu boven veel dagbladen en nieuwsberichten prijkt. Dit naar aanleiding van mijn uitlatingen gisterenavond in het EO-programma Het Elfde Uur.

Naar aanleiding van deze storm, die sommige dingen uit verband heeft gerukt, wens ik, degene aan wie deze toespraken worden toegeschreven, enkele nuances aan te brengen.

Zoals nu wordt gesuggereerd zou ik oproepen tot moord op de heer Wilders, of een moord op hem goedkeuren; iets dat ik ten stelligste ontken en waar ik volledig afstand van neem, zoals ik ook gisteren in het programma zelf al zei.

Ik sta niet achter het plegen van aanslagen op personen vanwege hun mening, en ben juist iemand van de dialoog.

Vele malen heb ik deelgenomen aan dialogen met andersgelovigen en andersdenkenden, en dat wens ik ook te blijven doen. Ik geloof dat de Islaam allereerst aanspoort tot barmhartigheid, zelfs tegenover dieren, dus laat staan tegenover mensen. Zoals ik ook al zei in het Elfde Uur, heb ik enkele maanden geleden zelfs enkele jongeren die Geert Wilders een dreig-mail hadden gestuurd vermanend toegesproken; waarvan vele getuigen zijn. Ik ben er namelijk van overtuigd dat mensen als de heer Wilders prima met onderbouwde argumenten weerlegd kunnen worden, en niet met kogels en bedreigingen.

Tevens wordt er nu gesuggereerd dat ik een tijdspanne van twee jaar zou hebben genoemd waarin de heer Wilders dient te sterven. Hierbij wens ik allereerst overduidelijk te maken dat ik nooit heb gezegd: Wilders moet binnen nu en twee jaar dood. De vraag van de heer Knevel was of ik diep in mijn hart blij zou zijn met de dood van de heer Wilders, om het in zijn woorden te zeggen: Binnen een jaar of twee, ik noem maar wat. Daarop antwoordde ik inderdaad bevestigend; iets wat tot in de eeuwigheid op band staat en nu geheel Nederland rondgaat.

Ik zei er echter ook bij dat ik hoop dat hij niet door een Moslim vermoord zal worden. Deze uitspraak voegde ik er niet aan toe vanuit mij angst dat zo een moord tegen de Moslims zou werken, zoals dat nu het geval is met de moord op Theo van Gogh. Ik zei dit allereerst om er zeker van te zijn dat geen enkele persoon mijn woorden zou interpreteren als een aanmoediging tot moord, en omdat ik er van overtuigd ben dat een dergelijke moord niet Islamitisch gerechtvaardigd zou zijn. Wat ik wel bedoelde is dat ik zeker niet zou treuren om zijn dood; of hij nu een hartaanval zou krijgen in zijn bed, of op een andere manier. Ik wens het hem zelfs niet toe met mijn tong of mijn pen; maar ik zou er niet om treuren, net zoals een groot deel van de Nederlandse bevolking er bijvoorbeeld niet om zou treuren (of zelfs diep van binnen blijdschap zou voelen) als Osama bin Laden morgen dood gevonden zou worden en zij hier achteraf kennis van nemen. Of net zoals Zalm blijdschap voelde toen hij met een brede glimlach op zijn gezicht de Pakistaanse premier feliciteerde met een liquidatie, terwijl ik zelf niet eens iemand ben die gelooft in het nut van liquidaties.

Waar het nu in feite om draait is dat ik vanwege mijn mening aan de schandpaal wordt genageld; een mening die zelfs nooit naar buiten zou zijn gekomen als daar niet naar was gevraagd door de heer Knevel. Een mening van mijn hart. Natuurlijk was het achteraf gezien verstandiger geweest gewoonweg niet te antwoorden op die vraag, maar dat beetje verstand ontbrak mij op dat moment. Maar het idee dat ik deze, of soortgelijke meningen, zou verkondigen in mijn lezingen en lessen zou een vertekening van de werkelijkheid zijn.

Mijn lezingen zijn openbaar van aard, en zijn dus door eenieder bij te wonen. Het is zelfs zo dat er vaak niet-Moslims aanschuiven zonder enige problemen.

Mijn lezingen worden door velen bijgewoond, en ik weet zelf dat ik allereerst een verantwoordelijkheid heb als leraar. Oproepen tot Jihaad en soortgelijke zaken is iets wat totaal niet voorkomt in mijn lessen, en iets waar ik overigens ook niet toe in staat ben. Dat is een zaak van de grote geleerden uit de Islamitische wereld. Mijn lessen gaan over het gebed, het vasten, roddelen, liegen, overspel, en soortgelijke hervormingen van het individu. Als ik al spreek over de Jihaad, dan neem ik alleen maar de misvattingen weg die daarover bestaan; iets wat soms noodzakelijk is in het geval van bijvoorbeeld al te fanatieke jongeren.

Dit is mijn verklaring, naar alle waarheid en oprechtheid geschreven, met de Heer als mijn Getuige. Dit is geen poging om met mooie praatjes iets te zeggen dat ik niet bedoel; want ik ben een persoon die zich niet schaamt voor zijn mening.Wellicht dat ook in deze verklaring weer woorden zijn te vinden die uit hun verband gerukt kunnen worden, maar ik hoop dat ook de media hierin hun verantwoordelijkheid zullen nemen de waarheid weer te geven en niet mee te werken aan de groeiende polarisatie en wederzijdse verharding waar Nederland aan lijdt op dit moment.

Mochten er toch mensen zijn die deze brief menen te kunnen verknippen, dan wil ik ten overstaan van hen duidelijk maken dat een afschrift hiervan reeds is gestuurd naar mijn advocaat en dat misbruik van deze oprecht gemeende woorden een gerechtelijke vervolging tot gevolg kunnen hebben. Vergeet niet dat achter jullie sensationele krantenkoppen mensen zitten met gezinnen en gevoelens. Ik zit nu, net als de heer Wilders, ondergedoken, dus wat dat betreft kunnen we elkaar de hand schudden. Ik zal overigens ook nog met hem in contact proberen te komen om hem dit alles, en meer, te vertellen.

Met vriendelijke groet,

Abdul-Jabbar van de Ven

Amsterdam''

 
 

Extra Informatie

  •  
  •  

Het NOVA Archief

Vind en bekijk de reportages die zijn uitgezonden in NOVA in het NOVA-archief.

NOVA Archief