Kabinet kan doorgaan met anti-terreurbeleid
9 feb 05
Het kabinet kan doorgaan met de uitwerking van maatregelen om terrorisme en radicalisering tegen te gaan. In
de Tweede Kamer is voldoende steun voor de meeste van de bijna honderd maatregelen. Dat bleek woensdag in het
tweede grote debat over de aanpak van terrorisme sinds de moord op Theo van Gogh begin november.
De Tweede Kamer besprak twaalf uur lang de voorstellen van het kabinet om de bestrijding nog verder te
intensiveren, waarop alle fracties in november hadden aangedrongen. Lagen de ministers Donner (Justitie) en
met name Remkes (Binnenlandse Zaken) toen politiek onder vuur, woensdag was de toon milder.
De partijen zijn het er unaniem over eens dat de veiligheidsdiensten worden uitgebreid. CDA en VVD prijzen
de voortvarendheid van het kabinet maar willen meer haast bij de uitvoering, omdat het anders papieren
plannen blijven. Een groot deel van de Kamer (PvdA, GroenLinks, SP) steunt de opmerkelijke wens van D66 om de
antiterreurmaatregelen een beperkte periode te laten duren. De Kamer zou het beleid om de vijf jaar moeten
verlengen. Donner denkt niet dat het terrorisme dan opgelost is, maar wil de maatregelen dan best evalueren.
De PvdA verwijt het kabinet niets te doen aan de chaos bij de aansturing van de veiligheidsdiensten. "We
kunnen er nog zoveel geld in steken, maar als de manier van aansturing en de schotten blijven staan, zijn het
paarlen voor de zwijnen", zei PvdA-leider Bos. De grootste oppositiepartij velde, tot ergernis van de andere
partijen, nog geen oordeel over de plannen en wacht de wetsvoorstellen af. PvdA-leider Bos wierp geen
blokkade op, maar benadrukte het belang van zorgvuldigheid en de mogelijkheid voor controle.
Verdeeldheid bestaat over enkele verdergaande maatregelen zoals het verbod om terroristische misdrijven te
verheerlijken, de meldingsplicht voor verdachte personen en het verbod om op bijvoorbeeld Schiphol of het
Binnenhof te komen. Het kan gaan om mensen die een trainingskamp voor terroristen hebben gevolgd. De SP,
GroenLinks en coalitiepartij D66 vinden deze maatregelen ineffectief en buiten proportie.
Donner sprak tegen dat de antiterreurplannen van het kabinet een inbreuk op de rechtsstaat vormen. Hij
verweet de critici die daarmee schermen "luiheid om na te denken over steekhoudende argumenten". Hij vindt
een meldingsplicht wel zinnig, omdat men op deze manier iemand "in het zicht" houdt. Hij zegde toe dat er bij
deze maatregelen een rechterlijke bescherming zal komen met vaste criteria. Hij benadrukte dat het wel vaker
voorkomt dat het bestuursrecht wordt ingezet om mensen te controleren.
GroenLinks en D66 vinden deze constructie dubieus en menen dat het kabinet er beter aan doet om deelname aan
trainingskampen in het buitenland strafbaar te maken. Donner vindt dit geen optie, omdat een en ander
moeilijk te bewijzen is. Het onafhankelijk Kamerlid Wilders vindt melding op een politiebureau lachwekkend en
wil het liefst de harde kern radicalen oppakken en uitzetten.
De LPF en Wilders menen dat het kabinet te weinig doet. Ze wezen erop dat er nog geen radicale imam is
uitgezet en nog geen enkele moskee is gesloten, terwijl Remkes vorig jaar had gezegd dat er 25 radicale
moskeeën in Nederland waren. Nu zijn het er volgens Remkes minder dan tien. Donner stelde in antwoord op
LPF en Wilders juist dat Nederland in Europa voorop loopt met strenge maatregelen tegen terrorisme.
Wilders wil dat radicale moskeeën gesloten worden, maar volgens Donner is dat niet nodig. Hij begrijpt
van de veiligheidsdiensten dat de radicaliseringsprocessen uit de moskeeën verdwijnen. "Het doel is niet
de moskeeën te sluiten, maar het beleid is erop gericht radicalisering tegen te gaan. Als dat kan zonder
moskeeën te sluiten, is dat veel beter."
(Bron: ANP)