Vrijspraak voor marinier Eric O.
4 mei 05
Het gerechtshof in Arnhem heeft marinier Eric O. woensdag vrijgesproken, zoals de rechtbank eerder deed.
De 44-jarige sergeant-majoor werd verdacht van het overtreden van de geweldsinstructies voor Nederlandse
militairen in Irak waardoor volgens het Openbaar Ministerie (OM) in december 2003 een Irakees onnodig werd
gedood. Het OM had hiervoor zes maanden voorwaardelijke militaire detentie en 240 uur taakstraf
geëist.
Het hof begon woensdag met de mededeling dat het tot vrijspraak zou komen. Hierna brak een luid applaus los
in de zaal en Eric O. omarmde zijn advocaat G.J. Knoops. Het hof volgde het oordeel van de rechtbank en is
het daarmee niet eens met het OM dat stelde dat de rechtbank op onterechte gronden tot vrijspraak was
gekomen. De rechtbank sprak O. vrij op basis van de internationaal geldende geweldsvoorschriften. Volgens het
OM was de rechtbank hierin te ver doorgeschoten en had de rechtbank de Nederlandse dienstvoorschriften als
uitgangspunt moeten nemen. Mede hierom was het OM in hoger beroep gegaan.
Het hof stelde echter dat de rechtbank juist heeft gehandeld. Nederlandse militairen op een buitenlandse
missie hebben een samenvatting en Nederlandse vertaling van de internationaal geldende dienstvoorschriften op
zak. Volgens het hof is echter het toepassen van niet voorzien geweld, dat niet is opgenomen in die
Nederlandse dienstvoorschriften, maar past binnen het kader van de internationale regels, toegestaan.
Eric O. loste op 27 december 2003 waarschuwingsschoten op een groep Irakezen die mogelijk een container
wilden plunderen. O. had met zijn bataljon de opdracht die container te bergen. Toen de situatie volgens de
marinier te dreigend werd, loste hij een waarschuwingsschot in de lucht en in de grond. Een Irakees zou
hierdoor zijn getroffen en gedood.
Volgens het hof moest O. die dag opereren onder moeilijke en hectische omstandigheden. "O. was tijdens die
opdracht de meest ervaren marinier en hoogste in rang, dus hij kon beoordelen of het gevaar van overlopen
reëel was." Dat was vanuit het oogpunt van het beschermen van zijn eigen mensen "onaanvaardbaar", aldus
het hof. Ook was het van mening dat O. met het afvuren van de waarschuwingsschoten "binnen zijn bevoegdheden
bleef en niet grof en aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld, zoals het OM stelde".
(Bron: ANP)