Hof en rechtbank: een korte uitleg
12 sep 05
Een verdachte van een strafbaar feit wordt vervolgd door een Officier van Justitie. In samenwerking met de
politie brengt de Officier van Justitie de verdachte voor de rechter. In het strafdossier staan alle
bewijsmiddelen, zowel belastend als ontlastend bewijs. Daar moeten de rechters over oordelen.
Als de verdachte in eerste aanleg wordt veroordeeld, motiveert de rechter dat in zijn vonnis. De veroordeelde
kan dan in hoger beroep bij het Hof. Ook de Officier van Justitie kan in beroep gaan. Bijvoorbeeld omdat hij
de straf te laag vindt, of omdat hij het op onderdelen niet met het vonnis eens is.
Bij het Hof heet de Officier van Justitie, advocaat-generaal. De rechters heten dan raadsheren. De zaak
wordt daar volledig opnieuw behandeld. Alle bewijsmiddelen uit het strafdossier kunnen dan opnieuw worden
getoetst.
Wanneer de raadsheren van het gerechtshof ook weer een veroordeling uitspreken, dan rest de veroordeelde nog
een mogelijkheid. Hij kan in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Dat is het hoogste rechtscollege. De zaak wordt
daar niet op inhoudelijke-, maar louter op juridische gronden beoordeeld.