Boetes en voorwaardelijke straffen voor Ahold-top
22 mei 06
De rechtbank in Amsterdam heeft oud-Ahold-topman Cees van der Hoeven en zijn financiële rechterhand Michiel Meurs maandag veroordeeld tot negen maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een boete van 225.000 euro voor hun rol in de boekhoudfraude bij het supermarktconcern.
Het Openbaar Ministerie had tegen hen twintig maanden cel geëist waarvan zes voorwaardelijk. Voormalig
bestuurder Jan Andreae kreeg vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een boete van 120.000 euro
opgelegd.
De rechtbank achtte Van der Hoeven en Meurs schuldig aan valsheid in geschrifte en misleiding van de
accountant. Oud-commissaris Roland Fahlin is vrijgesproken. Volgens de rechtbank moet uit de straffen
afkeuring blijken voor de frauduleuze handelingen door personen die in hoog aanzien staan.
Maar, stelde rechter Frans Bauduin, de verdachten hebben zich voornamelijk schuldig gemaakt aan valsheid in
geschrifte en oplichting. De rechtbank wilde de boekhoudkundige kwesties nadrukkelijk niet kwalificeren als
het "Ahold-schandaal". De rechter zei ook dat veel gemaakte vergelijking met de fraudeschandalen bij
energieconcern Enron en zuivelconcern Parmalat in alle opzichten mank gaat. "Want er is bij Ahold geen sprake
van een onjuiste voorstelling van de balans of de resultatenrekening naar Nederlands recht."
Het boekhoudschandaal bij Ahold kwam in 2003 aan het licht. Van der Hoeven was als bestuursvoorzitter
verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen het supermarktconcern. De topman heeft altijd ontkend
betrokken te zijn geweest bij het manipuleren van de boeken. "Ik meen nog altijd dat we op geen enkele manier
hebben bijgedragen aan welke frauduleuze handeling dan ook", zei Van der Hoeven na afloop van zitting.
Maar de rechter was hard in zijn oordeel over de verklaring van de topman dat hij de side letter nooit
gelezen heeft. "Het is volstrekt ongeloofwaardig dat het, bij een grote partij als Ahold, is gegaan zoals
verdachten beweren." Van der Hoeven gaat in hoger beroep tegen de uitspraak.
Het Openbaar Ministerie geeft hierover later uitsluitsel. Van der Hoeven en Meurs hebben door het
ondertekenen van zogenoemde side letters valsheid in geschrifte gepleegd, concludeerde de rechtbank. In deze
side letters ontkende Ahold dat het de baas was bij zijn gezamenlijke buitenlandse dochterbedrijven zoals in
control letters werd beweerd. Deze zeggenschap had Ahold nodig om onder Amerikaanse boekhoudregels de
volledige omzet van de buitenlandse halfdochters bij de eigen omzet te mogen tellen.
Onder Nederlandse regels mocht Ahold deze omzet wel consolideren, aldus de rechtbank. Beide topmannen Van
der Hoeven en Meurs werden ook schuldig bevonden aan het misleiden van de accountant Deloitte. Zij lieten de
accountant wel de control letter zien maar hielden de side letter achter. Van der Hoeven noemde na afloop de
rechtszaak "een louterende ervaring". "Ik heb weer een hoop bijgeleerd en had wel op een andere uitspraak
gehoopt. Daarom gaan we ook in hoger beroep." De oud-topman zegt voor vrijspraak te gaan.
(Bron: ANP)