Hulp komt op gang na aardbeving Java
29 mei 06
De hulpverlening na de verwoestende aardbeving op het Indonesische eiland Java is geleidelijk op gang gekomen.
De Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono moest maandag nog erkennen dat de hulp moeizaam
verliep. Hij riep op de coördinatie te verbeteren, zowel van de ene regio naar de andere als tussen
buitenlandse partijen en hulporganisaties.
Maandag landde in de getroffen regio het eerste vliegtuig van de Verenigde Naties met aan boord vooral
tenten, water en medische hulpmiddelen. Het Internationale Rode Kruis en hulporganisaties als Oxfam en CARE
stuurden eveneens dringend benodigde spullen.
Japan zegde omgerekend 8,3 miljoen euro financiële steun toe, nadat eerder onder meer de Verenigde
Staten en de Europese Unie al miljoenen hadden beloofd. In Nederland begonnen de zogenoemde Samenwerkende
Hulporganisaties een nationale inzamelingsactie voor de overlevenden.
Een reeks landen stelde artsen en medische hulpmiddelen zoals veldhospitalen beschikbaar. Veel gewonden
moeten bij gebrek aan ziekenhuisbedden op straat worden behandeld. Japan stuurde daarnaast ook militairen
voor de hulpverlening.
Een onderzoeksteam van de VN brengt vanuit de getroffen Midden-Javaanse stad Yogyakarta in kaart welke hulp
precies nodig is in het rampgebied. Een van de leden is de Nederlander Johan Kieft, werkzaam voor de
ontwikkelingsorganisatie CARE.
Volgens de jongste cijfers van maandag kwamen zeker 5100 mensen nom het leven door de aardbeving van
zaterdag, die een kracht van 6,3 op de schaal van Richter had. De Indonesische regering sprak daarnaast over
2155 gewonden, maar de VN-kinderhulporganisatie Unicef vermoedt dat het aantal gewonden 20.000 is. Volgens
het Rode Kruis zijn meer dan 200.000 mensen door de ramp ontheemd.
Onder de slachtoffers van de aardbeving zijn veel kinderen en ouderen, blijkt uit de dodenlijsten die
ziekenhuizen publiceren. De kinderen en ouderen zouden meer moeite hebben gehad om woningen te
ontvluchten.
Vooral het gebied rond de stad Bantul is met ruim 3000 doden zwaar getroffen. Daar kwam ook het, voor zover
bekend, enige Nederlandse slachtoffer van de beving om het leven. Hulpverleners zetten hun speurtocht naar
overlevenden onder het puin voort, hoewel zij de kans steeds kleiner achtten nog iemand levend aan te
treffen.
De Indonesische regering had al de noodtoestand uitgeroepen voor het getroffen gebied. De noodtoestand moet
het gedurende drie maanden mogelijk maken om sneller en efficiënter hulp te bieden. Vicepresident Jusuf
Kalla beloofde alle overlevenden van de ramp omgerekend 19 euro en 12 kilo rijst.
De hulpverlening verliep aanvankelijk moeizaam door aanhoudende regen en honderden naschokken. De
Indonesische regering verwacht dat de hulpoperatie gemakkelijker zal zijn dan die na de tsunami van december
2004.
Weinig wegen zijn beschadigd en de belangrijkste luchthaven in het gebied, die bij Yogyakarta, kon snel
worden heropend. In verband met de dreigende uitbarsting van de vulkaan Merapi in dezelfde regio waren al
veel medische hulpverleners in Midden-Java aanwezig.
(Bron: ANP)