Ingreep rector in afscheidsrede hoogleraar
16 jun 06
Rector Willem Hendrik Gispen van de Universiteit Utrecht heeft hoogleraar Nieuwe Testament Pieter van der Horst "dringend geadviseerd" enkele passages in zijn afscheidsrede te schrappen.
De scheidende hoogleraar, die zijn rede vrijdagmiddag uitspreekt, heeft het advies onder protest
opgevolgd.
Van der Horst, kenner van het jodendom rond het begin van onze jaartelling, gaat in zijn rede in op de oude
wortels van de mythe van het Joodse kannibalisme. Hij wilde aan het slot de populariteit van de beruchte
mythe in de hedendaagse Arabische wereld belichten. Daar heeft hij op advies van de rector van
afgezien.
Reden voor het advies is volgens de universiteit dat de passages "geen onderdeel vormden van een
wetenschappelijk betoog en door hun aard geen onderdeel zouden mogen vormen van een academische
afscheidsrede". Het college voor de promoties staat volgens de universiteit achter de ingreep.
Van der Horst, die niet voor commentaar bereikbaar was, toont zich in het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW)
verbolgen over de "te ver doorgeschoten politieke correctheid" van het college van bestuur. De leiding van de
universiteit betreurt het op haar beurt dat de hoogleraar het advies ziet als een beteugeling van de
academische vrijheid.
Van der Horst erkent in het NIW dat de gewraakte passages waren ingegeven door verontwaardiging. "Natuurlijk
ben ik verontwaardigd dat er door islamitische wetenschappers zo weinig weerwerk wordt geleverd tegen de
mythe van het Joodse kannibalisme, maar verontwaardiging is niet onwetenschappelijk."
De aantijging dat Joden menseneters zouden zijn, komt volgens Van der Horst al voor bij de Egyptenaar Apion,
die in de eerste eeuw na Christus een "uitermate venijnige lastercampagne" tegen de Joden lanceerde, die
heeft bijgedragen aan de eerste pogrom in de geschiedenis, in Alexandrië in het jaar 38.
In de Europese geschiedenis blijft de mythe van het Joodse kannibalisme volgens de hoogleraar een rol spelen,
met als dieptepunt de antisemitische propaganda van het nationaalsocialisme. Dat is echter nog niet het einde
van het verhaal, aldus de vooraf verspreide tekst van de rede. "Tot op de dag van vandaag wordt deze mythe
namelijk in bepaalde kringen nog steeds gekoesterd. Maar dat is een ander verhaal, dat buiten het bestek van
dit college valt."
Tweede Kamerlid Geert Wilders (Groep Wilders) vindt dat het kabinet stelling moet nemen tegen deze "ongepaste
aantasting van de academische vrijheid". Hij wil van minister Maria van der Hoeven (Onderwijs) en Rita
Verdonk (Vreemdelingenzaken) weten wat zij gaan ondernemen om aan dit soort incidenten een einde te
maken.
(Bron: ANP)