Dit is het NOVA-archief. Vind en bekijk de NOVA-reportages, dossiers, en opinie-artikelen.

Brief Osman Elmaci aan Tweede Kamer

20 sep 06

Hieronder vindt u de brief (gedateerd 31 mei 2006) van Osman Elmaci aan de Tweede Kamer, waarin hij de Armeense genocide ontkent.


Geachte heer/mevrouw,

Hierbij maak ik bezwaar tegen het initiatiefwetsvoorstel dat op 1 juni 2006 door Tweede Kamerlid mw. Huizinga-Heringa ingediend zal worden. In het wetsvoorstel wordt de Armeense Genocide expliciet genoemd.

Naast het feit dat het wetsvoorstel in tegenspraak is met de vrijheid van meningsuiting, is het zeer onwaarschijnlijk, dat de mening van de Turken over de Armeense Genocide zal veranderen als gevolg van het wetsvoorstel. Respect kan je niet afdwingen en een mening kan je niet opleggen met een boete of een gevangenisstraf.

Verder wil ik U herinneren aan het feit dat Nederland meer dan 300.000 inwoners heeft die van Turkse komaf zijn en die, op een paar uitzonderingen na, van mening zijn dat de Armeense Genocide nooit heeft plaatsgevonden.

Ik wil nog even kort inhoudelijk reageren op de Armeense Genocide en uitleggen dat het nooit heeft plaatsgevonden.

1. Tot op heden is er geen bewijs gevonden voor de Armeense Genocide.
Na de eerste wereldoorlog had Engeland honderden Ottomaanse politieke en militaire leiders gevangen genomen op het eiland Malta om ze te berechten op oorlogstribunalen. Ondanks dat er 2/3 jaar werd gezocht in de Ottomaanse Archieven, konden er geen bewijzen gevonden worden tegen het Ottomaanse rijk of de gevangengenomen Turken. Hierna werden de archieven van Engeland en de VS doorgezocht, maar ook daar kon geen bewijs gevonden worden.
Op 13 juli 1921 stuurde R.C. Craigie, de Britse ambassadeur in Washington het volgende bericht naar Lord Curzon:
"I am sorry to notify you that there is nothing that can be used as evidence against the Turks imprisoned in Malta. There is nothing that will provide sufficient evidence. These reports do not seem to include even the evidences that may be helpful in supporting the information that is currently held by the Majesty's Government about the Turks in any way" (1).
Uiteindelijk zijn de Turken in 1922 vrijgesproken met de Maltatribunalen.

2. De VN, de grondlegger van de Genocide Conventie, erkent de Armeense Genocide niet.

3. De Armeniërs zijn onder het bestuur van de Ottomaanse Rijk nooit minderwaardig behandeld of onderdrukt. Integendeel, de Ottomaanse Rijk stond juist bekend om de vrijheid en tolerantie tegenover minderheden/niet-moslims. Niet-moslims gemeenschappen genoten van zelfbestuur; de Armeense Patriarch was de religieuze en wereldlijke leider van de Armeniërs en kon ze besturen op het gebied van religie, moraal, familie, onderwijs en de welzijnssector. Doordat de Armeniërs eeuwenlang deel uitmaakten van het Ottomaanse rijk hadden ze het vertrouwen van de Sultans gewonnen en waren er buitengewoon veel Armeniërs op hoge posten binnen het Ottomaanse Rijk: In de l9de eeuw bijvoorbeeld, bekleedden 29 Armeniërs de functie van Pasha, de hoogste regeringspost. Er waren tweeëntwintig Armeense ministers, waaronder de ministers van Buitenlandse Zaken, Financiën, Handel en Post, terwijl weer andere Armeniërs belangrijke bijdragen leverden aan de Departementen belast met Landbouw, Economische Ontwikkeling en de Census (volkstelling). Ook werden 33 Armeense vertegenwoordigers gekozen en benoemd in de Parlementen gevormd na 1826, alsook 7 Ambassadeurs, 11 Consul-generaal en Consuls, 11 professoren aan universiteiten en 41 andere hooggeplaatste autoriteiten. (2)

4. Sommige Armeniërs hebben voor, tijdens en na de eerste wereldoorlog tegen de Ottomaanse Rijk gevochten, samen met de vijanden van het Ottomaanse Rijk. Dit deden ze als gevolg van Russische en Britse propaganda die de Armeniërs een groot Armeens Rijk beloofden.

De re-locatie van de Armeniërs was geen poging tot genocide, maar een voorzorgsmaatregel die werd genomen tegen Armeniërs in het Oosten van het Rijk (aan de honderdduizenden Armeniërs in het westen van het land werd niks gedaan) die o.a. collaboreerden met de vijand, steden en dorpen innamen (en de inwoners vermoordden) en bevoorradingslijnen saboteerden.
In totaal zijn er als gevolg van Armeense terreur en opstanden rond de 500.000 Turken omgekomen in het begin van de 20e eeuw.
Het ging dus alleen om Armeniërs die in opstand kwamen en niet om het volk zelf. Alleen in 6 oostelijke districten (van de 81) van het Ottomaanse Rijk werden Armeniërs verplaatst. Naast de honderdduizenden Armeniërs in het westen van het land werden zieke, gehandicapte, bejaarde, blinde, wezen, weduwe vrouwen, Katholieke en Protestante Armeniërs en officierfamilies niet gereloceerd.
Hoewel er 2.250.000 kurus (en veel mankracht) werd gespendeerd om de relocatie goed te laten verlopen, zijn er tijdens de relocatie inderdaad Armeniërs omgekomen. Er zijn Armeniërs omgekomen als gevolg van wraakacties die genomen zijn door soldaten, groepen Turkse, Koerdische en Arabische bandieten. Maar het merendeel ging dood als gevolg van de kou, honger en ziektes (in de oorlogswinter van 1944-1945 stierven er in Nederland bijvoorbeeld meer dan 20.000 Nederlanders de hongersdood).
De relocatie was tijdelijk bedoeld en na de oorlog mochten de Armeniërs weer terug komen en zelfs het parlement in.

5. Het aantal omgekomen Armeniërs (anderhalf miljoen) is sterk overdreven. Ten eerste waren er niet eens anderhalf miljoen Armeniërs aanwezig in het begin van de 20e eeuw. Alleen Armeense bronnen beweren dat er meer dan 1.500.000 Armeniërs leefden rond 1915.
Volgens de Ottomaanse volkstelling waren er in 1893 1.001.465, in 1906 1.120.748 en in 1914 1.221.850 Armeniërs aanwezig.

Volgens westerse schattingen waren ertussen de 1.056.000 en 1.555.000 Armeniërs aanwezig, wat in overeenstemming is met de Ottomaanse schatting van 1.300.000.
Daarom is de bewering dat er anderhalf tot twee miljoen Armeniërs zijn omgekomen sterk overdreven. Volgens de historici Justin McCarthy, Bernard Lewis en Andrew Mango stierven er ongeveer 200.000 tot 300.000 Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarvan een groot deel als gevolg van de kou, honger en ziektes.

Hoogachtend,

O.O Elmaci

 
 

Extra Informatie

  •  
  •  

Het NOVA Archief

Vind en bekijk de reportages die zijn uitgezonden in NOVA in het NOVA-archief.

NOVA Archief