Toespraak minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie
8 nov 06
Hieronder weergegeven de toespraak van minister Verdonk die zij uitsprak bij de in ontvangstname van de (her)uitgave van 'Alle ogen op haar gericht'.
Den Haag, 8 november
Dames en heren,
Hartelijk welkom op het Ministerie.
Om te beginnen wil ik de heer Bagci, als voorzitter van het IOT, en mevrouw Simsek, de auteur van dit boek
van harte danken. Het boekje geeft uitleg over het begrip eer en de verschillende vormen van eergerelateerd
geweld. Het gaat in op het beleid dat in gang is gezet en schetst de achtergronden van en de vooroordelen
over eergerelateerd geweld. En het geeft aan hoe we dit verschijnsel terug kunnen dringen en de slachtoffers
hulp kunnen bieden. Noodzakelijke kennis die we hard nodig zullen hebben.
In 2003, toen ik net begon als minister, maakte ik kennis met de vorige uitgave van 'Alle ogen op haar
gericht'. Dat was naar aanleiding van het drama rond een jonge vrouw, Zarife. Zij hield zich niet aan de
regels van het ouderlijk huis en wilde, net als iedereen in ons land, vrij leven en haar eigen keuzes maken.
Om deze reden werd ze in Turkije vermoord door haar eigen vader.
Een verschrikkelijk verhaal. Net als de verhalen van Kezban en Gül die voor de ogen van hun kinderen
werden doodgeschoten, afgeslacht, door hun ex-mannen.
Voor veel mensen en ook mijzelf is het ongelofelijk dat die dingen in Nederland kunnen gebeuren. Dat mensen,
familieleden, zó ver heen zijn dat ze elkaar dit aandoen: bedreiging, mishandeling, verkrachting, en
zelfs moord. En dat alles uit een verknipt, aangeleerd gevoel van eer en trots. Maar helaas is het de
realiteit.
De politie Haaglanden, een korps met veel kennis over eergerelateerd geweld, heeft ons onlangs onthutsende
cijfers getoond.
In de eerste tien maanden van dit jaar zijn 252 zaken van eergerelateerd geweld geregistreerd bij het korps
Haaglanden. Landelijk kwamen daar nog eens 103 zaken bij, daar waren 4 doden onder. Dit is het topje van de
ijsberg, zeer waarschijnlijk zijn het er meer.
Het gaat niet alleen om de slachtoffers van geweld en de doden. Het gaat om alle vrouwen die in ons land
leven onder dwang leven en bedreigd worden met geweld en sociale uitsluiting: dat zijn er nog veel meer. Dit
beeld werd onlangs bevestigd door cijfers uit Amsterdam.
Ik vind dat onacceptabel. Nederland is een vrij land. We hebben hard gevochten voor gelijke rechten voor
iedereen, ongeacht afkomst, geloof en ras. Die rechten staan niet voor niets in de grondwet. Mannen en
vrouwen hebben gelijke rechten. Het is aan henzelf om te beslissen of ze zich conformeren aan de normen van
hun omgeving. Dat sommige mensen structureel worden belemmerd in hun vrijheid, geeft aan dat er iets
fundamenteel mis is in onze samenleving.
En dat maakt eergerelateerd geweld een probleem van ons allemaal. Het is hoog tijd dat we goed naar onszelf
kijken: waar zijn wij mee bezig? Laten we dit gebeuren?
Natuurlijk is het zeer complexe materie, met culturele en sociaal-psychologische factoren die vaak buiten het
gezichtsveld van de overheid vallen, achter de voordeur, in de meest intieme sfeer: binnen de familie, het
gezin, tussen vaders en dochters, broers en zussen. Maar we kunnen dit niet laten gebeuren: dat vrouwen in
Nederland moeten leven onder het juk van lang achterhaalde ideeën.
Dat vraagt om een inzet vanuit de hele samenleving, niet alleen van immigranten, maar van ons allemaal:
burgers, zelforganisaties, instellingen en overheid.
Het IOT gaat hierin voorop. Dat blijkt ook vandaag. De laatste jaren is dit moeilijke onderwerp bespreekbaar
gemaakt binnen de Turkse gemeenschap en dat is voor het grootste deel aan u te danken.
En daar ben ik u heel dankbaar voor. Want het is erg belangrijk dat mensen weten dat dit niet alleen vanuit
de overheid en de autochtonen wordt aangepakt, maar dat ook Turkse organisaties in Nederland zich er om
bekommeren. Ik hoop dan ook van harte dat we in de toekomst op u kunnen blijven rekenen.
Het belangrijkste wat we als overheid in de afgelopen jaren hebben bereikt is dat deze problematiek op de
politieke agenda staat. Sinds 2003 zijn we aan de slag, met politie, vrouwenopvang, een steeds breder
gezelschap van zelforganisaties en maatschappelijke organisaties en de lokale overheid. Maar de strijd tegen
eergerelateerd geweld is er een van lange adem.
2006 is het jaar van bundeling van initiatieven en een gezamenlijke inzet van de verschillende partijen:
samenhang en samenwerking. Als rijksoverheid ligt onze voornaamste taak in stimuleren, sturen en
ondersteunen. We hebben een projectteam opgezet en geld beschikbaar gesteld, voor de komende jaren in ieder
geval 2.6 miljoen euro per jaar.
En daarbij gaat het niet alleen om goede en betrouwbare opvang. We willen ook de daders aanpakken. Daders
die niet de Nederlandse nationaliteit hebben moeten veel eerder het land uit worden gezet dan nu gebeurt. En
ik wil kijken of een eermotief, net als een terroristisch oogmerk, een strafverzwarende factor kan worden.
Ook willen we mensen die anderen aanzetten tot eergerelateerd geweld als uitlokkers kunnen vervolgen. Zoals
vaders die hun zonen ophitsen omdat die vanwege hun minderjarigheid lager gestraft worden.
Daarnaast willen we blijven werken aan samenwerking en een praktische uitwerking, vooral op lokaal niveau. Ik
wil daar op korte termijn met drie gemeenten afspraken over maken. Met één gemeente zijn we al
zover: Rotterdam heeft een stevig en ambitieus Plan van Aanpak vastgesteld voor de bestrijding van
eergerelateerd geweld met een team van politie, vrouwenopvang en hulpverlening. Daarbij ligt de nadruk op
vroege signalering en preventie. Hoe eerder we erbij zijn, hoe beter.
En met een realistische benadering. Niet, zoals vroeger bijvoorbeeld wel eens gebeurde, het willen oplossen
met een goed gesprek tussen een meisje en haar ouders, maar echt bescherming en bijstand bieden.
De komende jaren zal ik ruim 500.000 euro beschikbaar stellen voor Rotterdam. De gemeente zelf investeert
daarnaast zelf nog eens 700.000 euro.
We willen graag de Turkse organisaties en ook de andere gemeenschappen hier actief bij betrekken. Daarvoor
zullen we samenwerkingsafspraken maken, ook met landelijke koepels als het IOT. U hebt het netwerk en de
kennis, we hebben u hard nodig om eergerelateerd geweld goed aan te kunnen pakken.
Dames en heren,
Eergerelateerd geweld is een verschijnsel dat we als samenleving niet kunnen en mogen tolereren. Het gaat
hier om de levens van vrouwen die vrij willen zijn om hun eigen keuzes maken qua werk, levensstijl en liefde.
Juist de vrouwen die we in Nederland hard nodig hebben. Maar de gevolgen zijn groter en diepgaander. Met
dwang en geweld wordt de gedachte teruggebracht dat de vrouw er slechts is om de man te dienen. Daar willen
we niet naartoe. We zullen daarom alles op alles moeten zetten om dit verschijnsel tegen te gaan en dat
betekent vooral: samenwerken.
U als IOT speelt hierbij een belangrijke rol, dat gaat niet onopgemerkt. Dat geldt niet alleen voor
vandaag.
Ik wil u nogmaals hartelijk danken voor deze praktische handleiding voor hulpverleners. Dit zal ons helpen
bij het tegengaan van onderdrukking van vrouwen en eergerelateerd geweld. Het is hoog tijd dat er een eind
komt aan dit soort ouderwetse ideeën.
Dank u wel.