Ahmed Aboutaleb
14 feb 07
Ondanks de vele speculaties liep de eerste Marokkaanse wethouder van Amsterdam de afgelopen maanden niet echt vooruit op zijn aanstaande post in het nieuwe kabinet.
Ahmed Aboutaleb zei na de vorige gemeenteraadsverkiezingen nog: "Het is mijn intentie de komende vier jaar
wethouder te zijn in Amsterdam". Van dat voornemen komt hij nu terug, zij het met pijn in het hart.
Aboutaleb heeft een roerige drie jaar meegemaakt als wethouder van Amsterdam. Na de moord op Theo van Gogh op
2 november 2004 stonden plotseling alle schijnwerpers op hem gericht. Zijn Marokkaanse achtergrond gaf hem
gezag, maar diezelfde afkomst bleek uiteindelijk ook zijn grootste vijand. Sinds de dag van de aanslag op Van
Gogh heeft Aboutaleb nooit de deur meer uitgekund zonder beveiliging. Toch liet hij zich vanaf dat moment
zelfs meer dan ooit zien en horen in de stad.
Ahmed Aboutaleb kwam op 29 augustus 1961 ter wereld in het Marokkaanse dorpje Beni Sidel. Op 15-jarige
leeftijd ging hij samen met zijn familie zijn vader achterna, naar Nederland, waar hij een stormachtige
ontwikkeling doormaakte. Hij begon in de journalistiek, was hoofd voorlichting bij de Sociaal Economische
Raad (SER) en maakte tijdens het derde kabinet-Lubbers al kennis met de politiek als woordvoerder van
staatssecretaris Simons en minister d'Ancona (beiden WVC).
Als wethouder in Amsterdam was de portefeuille werk en inkomen, educatie, jeugd en diversiteit en
grotestedenbeleid hem op het lijf geschreven. Voordat hij het wethoudersstokje in 2004 overnam, werkte hij al
even bij de gemeente Amsterdam, als directeur van de sector Maatschappelijke, Economische en Culturele
Ontwikkeling van de bestuursdienst. Daarvoor was Aboutaleb als bestuurder verbonden aan Forum, het instituut
voor multiculturele ontwikkeling.
De wethouder maakte zich regelmatig kwaad over de politiek in Den Haag. Zo zei hij na de moord op Van Gogh
dat hij zich in de steek gelaten voelde door de regering. Een opvallende wens was eens te praten met de leden
van de Hofstadgroep.
Aboutaleb stond bij velen bekend als 'topallochtoon' en als politiek-correct vertegenwoordiger van de
islamitische gemeenschap. Hij is na al die jaren nog nauw verbonden met zijn geboorteland, komt er nog
regelmatig, is getrouwd met een Marokkaanse vrouw, drinkt Marokkaanse thee en verruilt 's avonds zijn
driedelig pak vaak voor een djelaba, "want dat zit zo lekker".
(Bron: ANP)