Vier jaar oorlog in Irak
19 mrt 07
De oorlog in Irak gaat dinsdag zijn vijfde jaar in. Op 19 maart 2003 viel de 'coalition of the willing' op initiatief van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië Irak binnen om het regime van Saddam Hussein ten val te brengen.
President George W. Bush kreeg hiervoor toestemming van het Amerikaanse Congres, maar niet van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
Saddam Hoessein onderdrukte de Iraakse bevolking, zou clandestiene massavernietigingswapens bezitten en
banden met de terreurorganisatie al-Qaeda onderhouden. Hoessein werd opgepakt en eind december 2006
geëxecuteerd, maar massavernietigingswapens zijn nooit gevonden en banden met al-Qaeda niet
bewezen.
Vier jaar na dato zijn de Irakezen zeer pessimistisch over de situatie in hun land. Slechts 18 procent heeft
vertrouwen in het Iraakse leger en de aanwezigheid van buitenlandse troepen. De oorlog heeft aan duizenden
mensen het leven gekost en het einde is nog lang niet in zicht. Meer dan 1.5 miljoen Irakezen hebben sinds
het begin van de oorlog huis en haard verlaten en zijn naar aangrenzende landen gevlucht.
Volgens de Verenigde Naties zijn alleen al in 2006, het bloedigste jaar in Irak tot nu toe, 34.000 Iraakse
burgers gedood. De schattingen over het totaal aantal burgerslachtoffers in de afgelopen vier jaar lopen zeer
uiteen, variërend van 60.000 tot 150.000 doden.
Veel moorden zijn het gevolg van het sektarische geweld dat Irak teistert. De strijd tussen voornamelijk
soennieten en sjiieten nam drastisch toe na de aanslag op de sjiitische Gouden Moskee in Samarra in februari
2006.
Bijna 3200 Amerikaanse militairen vonden de dood in Irak, het merendeel in de hoofdstad Bagdad en de
westelijke provincie Anbar. Op het moment zijn er ongeveer 140.000 Amerikaanse soldaten aanwezig in het land.
In het kader van de omstreden troepenuitbreiding zullen in totaal nog eens 30.000 extra Amerikaanse
militairen worden gestuurd, voornamelijk om het escalerende geweld in Bagdad en Anbar te verminderen.
Nederland heeft zijn troepen al in maart 2005 teruggetrokken.
President Bush heeft door de oorlog in Irak dramatisch aan populariteit ingeboet. Vlak na de aanslagen van 11
september 2001 stond 90 procent van de Amerikanen achter hun president, vier jaar na het begin van de oorlog
nog maar 30 procent.
(Bron: ANP)