Dit is het NOVA-archief. Vind en bekijk de NOVA-reportages, dossiers, en opinie-artikelen.

Slikken of de Europese bijwagen

4 jun 07

Dat de Europese partners overlopen van begrip voor het Nederlandse ‘nee’ tegen de Europese grondwet bleek een illusie. De druk neemt toe.

gezien was het eerste jaar na het Nederlandse 'nee' tegen de Europese Grondwet een gouden tijd. Premier Balkenende, ook toen al nijver Europese hoofdsteden afreizend om overal uit te leggen waarom de Nederlandse kiezers op 1 juni 2005 de Grondwet hadden afgewezen, ontmoette - naar eigen zeggen - overal veel begrip.

In 18 landen van de Europese Unie was de Grondwet weliswaar probleemloos geratificeerd, maar ook in die landen wist men wel dat er onder bevolking dezelfde bezwaren leefden als onder de Nederlandse kiezers, hield de Nederlandse premier de Tweede Kamer voor: Europa is te log, te bureaucratisch, te bemoeizuchtig. Er was geen reden om te denken, dat Nederland in het Europese verdomhoekje stond. We waren eerder voortrekker in het denken over een slimmer, democratischer en aansprekender Europa.

Deze geruststelling bleek een illusie op de Euro-zomertop van 2006: tal van landen wezen met beschuldigende vinger naar de twee landen, Nederland en Frankrijk, waar de Europese Grondwet in een referendum was afgewezen. Zij werden verantwoordelijk gesteld voor de nieuwste Europese crisis.

De kritiek kwam ook van Duitsland, de grote buur waarop Nederland in Europees verband graag leunt. In plaats dat, zoals Balkenende had verwacht, alom werd ingezien dat die Nederlanders met hun verzet tegen die megalomane Europese Grondwet zo gek nog niet waren - werd het Nederlandse isolement steeds maar groter en nam de druk toe: Nederland moest die Grondwet, met wat kleine wijzigingen, toch maar even slikken.

Weer een jaar later - aan de vooravond van een nieuwe Euro-zomertop eind deze maand waar over een nieuw Europees verdrag principebesluiten worden genomen - is van opluchting bij Nederlandse bewindslieden overduidelijk geen sprake meer. "Dat wordt nog een hele toer", verzuchtte deze week minister van Buitenlandse zaken Verhagen, sprekend over de mogelijkheden om Nederlandse wensen opgenomen te krijgen in een nieuw Europees Verdrag. "Het is lastig", aldus staatssecretaris voor Europese Zaken Timmermans: "we gaan er ongelofelijk hard tegenaan". Verhagen waarschuwde voor overspannen verwachtingen: "We zullen moeten geven en nemen. En natuurlijk hopen we een beetje meer te nemen dan te geven".

Dat staat nog te bezien. Zo op het oog staat het er niet goed voor met het Nederlandse streven de verworpen Europese Grondwet te vervangen door een "naar vorm en inhoud" heel ander verdrag - veel korter, veel technischer, ontdaan van alles wat zweemt naar een Grondwet of aantasting van de nationale soevereiniteit, en met meer mogelijkheid voor nationale parlementen om Europese wet- en regelgeving tegen te houden. In hun volle omvang worden die Nederlandse wensen door geen enkel ander EU-land gedeeld, wat Nederland eind deze maand best eens in de rol van grote dwarsligger kan doen belanden.

Want het is afgelopen jaar van kwaad tot erger gekomen. De traditionele Duitse vrienden lieten geen gelegenheid onbenut om de Nederlanders duidelijk te maken dat het toch echt slikken of stikken wordt, en dat Nederland niet teveel praatjes moet hebben. In de stukken die de regering dezer dagen naar de Kamer stuurt, klinkt grote zorg door over het hoge tempo waarin de Duitsers een nieuw verdrag erdoor willen jassen: in Berlijn gaan de gedachten uit naar een Intergouvernementele Conferentie van hooguit enkele maanden, die maar nauwelijks tijd en ruimte biedt voor onderhandelen over nationale verlangens.

Even daagde eerder dit jaar nog hoop uit Londen. De Britse premier Blair kon zich, aldus een weer eventjes optimistische Balkenende, vinden in de Nederlandse wensen. Spoedig daarna kondigde Blair echter zijn aftreden aan. Ook als diens opvolger de Nederlandse standpunten deelt, geldt volgens Nederlandse diplomaten: een groot land als Groot-Brittannië kan zich reserves - zoals niet meedoen aan de euro - permitteren die voor het kleine Nederland te groot nadeel opleveren.

Misschien doemt redding uit Frankrijk op - mogelijk gooit de nieuwe Franse president Sarkozy het op een akkoordje met de Duitse bondskanselier Merkel en komt het alsnog tot een duidelijk afgeslankt Europees verdrag. Franse redding zou wel ironisch zijn: even traditioneel als het leunen op Duitsland is in de Nederlandse diplomatie de afkeer van samenwerking met Frankrijk, dat als onbetrouwbaar en grillig wordt beschouwd.

Tot elke prijs heeft Den Haag de afgelopen twee jaar vermeden dat Nederland in Europees verband over één kam zou worden geschoren met Frankrijk, het andere 'nee' van 2005. Over een telefonisch onderhoud gisteren tussen Sarkozy en Balkenende is in Den Haag dan ook in egeltjestaal bericht: er zijn 'ideeën gedeeld' en heel misschien gaat de Nederlandse premier langs in Parijs.

Zonder de Franse reddingsboei lijkt er geen uitweg. "De Nederlandse regering heeft zich tegenover de volksvertegenwoordiging gebonden aan een Europees verdrag dat zich wezenlijk onderscheidt van de verworpen Europese Grondwet", verzekerde staatssecretaris Timmermans gisteren nog plechtig in de Tweede Kamer. Zonder een verdrag dat voldoet aan Nederlandse wensen zou de regering niet eens naar de Kamer dúrven komen, betoogde hij ook. Want dan komt er misschien wel een nieuw 'nee' bij een parlementair ratificatieproces of bij een referendum. En dat zou, schilderde Timmermans, Nederland definitief kunnen verbannen naar de bijwagen van Europa, terwijl de andere 26 landen van de EU met het nieuwe verdrag opgewekt verder gaan met de Europese integratie.

Timmermans impliciete dreigement - Nederland laat desnoods de komende top mislukken - leek gisteren eerder aan meeluisterende Europese diplomaten in Den Haag, dan aan de Tweede Kamer zelf geadresseerd. Geen beter drukmiddel op een top, dan met de rug tegen de muur staan. Maar er is ook echte zenuwachtigheid: bij elk Kamerdebat dringen regeringspartijen PvdA en CDA er bij de andere partijen op aan, op te houden steeds maar over de Nederlandse onderhandelingsinzet te debatteren - dat loopt de regering maar voor de voeten.

Of het in Nederland ooit nog tot een referendum komt, is inmiddels uiterst onzeker. Bij de VVD is de animo voor herhaling van het experiment van 2005 verdwenen, de PvdA verspreidt daarover mist.

(Bron: NRC Handelsblad/Raymond van den Boogaard)

 
 

Extra Informatie

  •  
  •  

Het NOVA Archief

Vind en bekijk de reportages die zijn uitgezonden in NOVA in het NOVA-archief.

NOVA Archief