'In de trein slapen, daar kon ik me niks bij voorstellen'
9 jun 07
Een doodnormale maandagochtend in mei 1977. De 19-jarige Janneke Wiegers zit in de trein op weg naar school in Groningen.
Dan trekt iemand aan de noodrem. Sissend komt de trein bij De Punt tot stilstand. Wiegers ziet een
gewapende Molukker staan en hoort: "Dit is een kaping."
Dertig jaar later beschrijft Janneke Wiegers uit Staphorst haar ervaringen van die dag en de weken daarna in
het boek 'Dit is een kaping'. In het boek vertelt ze dat ze direct doorhad wat er aan de hand was.
"Ontsnappen kon ik niet, ik zat in de voorste coupé en dat was de plek waar alle passagiers door de
negen Molukkers naartoe werden gedreven. Ik heb nog wel gekeken of er een kind zonder begeleider was, zodat
ik kon doen alsof het van mij was en misschien weg kon komen. Maar er liep geen kind."
De sfeer in de trein is erg gespannen. "Iedereen probeerde het te onderdrukken. Af en toe hoorde je een
kreet, meer niet. Ik dacht dat we 's avonds weer vrij zouden zijn. In de trein slapen, daar kon ik me niks
bij voorstellen. Niemand wist wat ons te wachten stond, zeker met de treinkaping bij Wijster in 1975 in ons
achterhoofd. Daar waren mensen doodgeschoten."
De Nederlandse regering voldoet niet aan de eisen van het ultimatum van de kapers dat op woensdag afloopt en
dus duurt de kaping voort. "We waren best teleurgesteld in de regering. Het was alsof ze ons gewoon lieten
zitten."
De eerste dagen eet iedereen van het beetje voedsel uit de restauratie van de trein. Op de derde dag komt er
eten. "Ik mocht het altijd rondbrengen. Dat vond ik leuk, want zo had ik wat te doen en kwam ik bij iedereen.
Soms kreeg ik een extraatje van de kaper die het eten binnenhaalde, de 'minister van voedsel'. Hem vond ik
sympathiek."
Later worden ook verzorgingsartikelen, schoon ondergoed en boeken gebracht. De mannen en de vrouwen zitten in
aparte coupés. "Volgens mij waren de kapers aardiger voor de vrouwen dan voor de mannen. De wat oudere
kapers waren sympathieker dan de jongere. Bij hen merkte ik dat ze macht wilden uitoefenen."
Er heerst niet constant een dreigende sfeer. "Er waren wel momenten dat ik bang was het niet te overleven.
Vooral tijdens de bevrijdingsactie, die als een totale verrassing kwam, omdat het de avond ervoor erg
gezellig was. Er was zelfs een kaper met een gijzelaar aan het schaken."
Op 11 juni wordt Wiegers tegen vijf uur wakker. "Ik hoorde schoten en was meteen helder. Dit moest een actie
zijn. Terwijl de kogels door de coupé vlogen, kroop ik onder de bank. Het horen en zien verging je."
Vlak naast Wiegers wordt een passagier getroffen door een kogel. Hij valt dood neer. "Toen kwam er een kaper
binnen die ons beval te gaan staan. Ik weigerde. Hij begon aan me te trekken en zette zijn uzi op mijn borst.
Ik begon te gillen. Tot mijn grote verbazing liep hij door."
Al snel komen de mariniers binnen. De drie nog levende kapers worden overmeesterd. De inzittenden worden in
het Academisch Ziekenhuis in Groningen herenigd met hun familie. "Ik vond eerst dat ik geen nazorg nodig had.
Tot ik steeds angstiger werd. Ik ben toch naar een psychiater gegaan, maar ik had geen klik met hem. Ik moest
er met de trein naartoe, maar hij vroeg bijvoorbeeld nooit hoe de treinreis was gegaan. Hij kon zich niet
inleven in mijn situatie."
Wiegers heeft een paar slechte jaren en raakt in een depressie. Door de tijd slijt het langzaam. "Op een
gegeven moment dacht ik: wat laat ik me eigenlijk leiden door angst. Vanaf toen heb ik het bewust van me af
gezet. Ook mijn geloof bood steun."
Hoewel deze periode van het jaar niet meer moeilijk is voor Wiegers en 11 juni vaak ongemerkt voorbijgaat, is
het dit jaar een bijzondere dag voor haar, omdat op die dag haar boek uitkomt. Het is een bewerking van de
herinneringen die ze vlak na de kaping opschreef. "Mij werd destijds aangeraden alles op te schrijven voor de
verwerking. Ik heb er niks aan gehad, maar omdat ik het aan mijn kinderen wilde laten lezen, heb ik het
herschreven. Toen bedacht ik dat ik het misschien kon uitgeven."
Wiegers zegt begrip te hebben voor de Molukkers. "Die mensen zijn gewoon voor de gek gehouden, ze zijn
vreselijk onelegant behandeld door onze regering. Ik snap hun woede wel. Maar of dit nou de manier
was..."
Wiegers' boek 'Dit is een kaping' wordt op 11 juni gepresenteerd bij de Koninklijke Boom uitgevers in
Meppel.
(Bron: Annemiek Meijer en Linda Kombrink/ANP)