Nederlandse guerrillera Ellen is de FARC zat (NRC)
3 sep 07
De Nederlandse 'Ellen' vecht al vijf jaar mee met de linkse Colombiaanse rebellen van de FARC. Haar onderschepte, kritische dagboeken brengen haar in gevaar.
Bij een aanval op een kamp van de Colombiaanse rebellenbeweging FARC heeft het Colombiaanse leger op 18
juli dagboeken onderschept van een Nederlandse vrouw die al vijf jaar meevecht aan de zijde van de illegale
gewapende strijders.
De vrouw noemt zich in het dagboek 'Ellen' of 'Eillen'. De Colombiaanse krant El Tiempo, die over de
dagboeken beschikt, drukte gisteren een foto van haar af: een jonge, vriendelijk ogende, blonde vrouw in
gevechtspak.
Ze vluchtte zes weken geleden met haar medestrijders van de FARC. Ze maakte deel uit van een eenheid die
onder leiding stond van commandant Carlos Antonio Lozada. Het kamp was gevestigd op het centrale platteland
van Colombia in het plaatsje Uribe, departement Meta.
Ellen moest naar verluidt half naakt via een rivier de benen nemen. Haar baas had geen tijd meer om zijn
laptop mee te nemen en Ellen liet haar dagboeken - geschreven in het Nederlands, Engels en Spaans -
achter.
Ellen werkte als vertaalster voor de Farc-eenheid. Volgens de Colombiaanse krant werken buitenlandse
strijders zoals Ellen meestal als contactpersoon met non-gouvermentele organisaties die de Farc goedgezind
zijn. Ze zou in 2000 voor het eerst bij de Farc op bezoek zijn geweest, samen met Ierse, Deense en andere
Nederlandse jongeren, die kennis wilden maken met het Marxistische gedachtegoed. Iedereen reisde weer af naar
Europa maar Ellen was zo onder de indruk geraakt van de strijd van de rebellen dat ze in 2002 weer
terugkeerde naar Colombia. De Farc vecht al meer dan 40 jaar tegen het Colombiaanse leger.
Een Nederlandse diplomaat in Colombia zegt dat de ambassade volledig verrast is door de publicatie. Van het
bestaan van Ellen was men niet op de hoogte.
De onderschepte dagboeken beginnen op 21 juli 2006. Ellen droomt dan over het treinstation van Groningen,
Amsterdam of Utrecht waar ze een snack koopt of een kopje koffie drinkt en dan in de trein stapt. Diezelfde
dag schrijft ze ook over twee strijdmakkers die Aids hebben. "En misschien zijn het er wel meer. Niemand
gebruikt hier een condoom?''.
Ellen schrijft hoe ze drie dagen met strijdmakkers in een hinderlaag ligt te wachten op de kans om een
legerhelikopter uit de lucht te schieten. "De helikopter wil eenvoudigweg niet overvliegen. Vervloekt'',
moppert ze na twee dagen. "Wie weet hoe lang we nog moeten wachten.''
Steeds terugkerend thema is ook de heimwee van Ellen. Op 23 augustus vorig jaar weet ze stiekem haar ouders
in Nederland te bellen. "Mama en papa huilen.'' Ellen is bang voor de straf die haar wacht wegens het bellen.
Ze voelt zich gediscrimineerd en heeft minder vrijheden dan veel van haar Colombiaanse collega's. "Die hebben
geld, sigaretten en snoep.''
Haar moeder heeft het Farc-kamp een keer bezocht. "Om zelf te kunnen zien dat de zaken anders zijn dan de
media schrijven.'' Maar haar moeder bleek niet erg gelukkig met hetgeen ze zag over het leven van haar
dochter.
Ellen mag zeker niet zomaar weg van de rebellen, maar ze hoopt dat de Farc haar op een dag als buitenlandse
vertegenwoordigster naar Europa zal zenden. Op 24 november 2006 klinkt ze evenwel wanhopig. "Ik ben het zat.
Heb genoeg van de Farc, van de mensen, van het gemeenschapsleven.''
"Soms word ik huilend wakker. En altijd met dezelfde vraag: Was ik gelukkiger geweest als ik in Nederland was
gebleven? Les geven, vertalen en werken voor de universiteit. Getrouwd, met kinderen?'' Maar uiteindelijk
schrijft ze beslist stoer. "De jungle is mijn huis.''
Een dag voor ze het dagboek verliest, schrijft ze al maanden aan het front te strijden. Het vechten vindt ze
nog tot daar aan toe. Maar "het lopen met een zware rugzak, natte kleren en steeds weer rennen'', bevalt een
stuk minder. "Maar het is een heel interessante ervaring die niemand me afneemt.''
Het is onduidelijk waar Ellen op dit moment verblijft. Maar door de nu in Colombia openbaar gemaakte kritiek
op de Farc is haar leven ongetwijfeld in gevaar.
(Bron: NRC - Marcel Haenen)