Groep ex-moslims neemt afstand van Jami

Een groep ex-moslims van Iraanse, Marokkaanse en Turkse afkomst neemt afstand van het comité van eveneens afvallige islamieten dat Ehsan Jami heeft opgericht. De groep presenteert zich maandagochtend in een moskee in Amsterdam.

De uit Iran afkomstige Behnam Taebi zegt het belangrijk te vinden een tegengeluid te laten horen tegen Jami en diens adviseur, de ook uit Iran afkomstige rechtsfilosoof Afshin Ellian.
"Wij komen op voor het recht om zonder problemen van elke religie, ook de islam, afstand te kunnen nemen. Maar Jami en Ellian gebruiken dat recht om moslims categorisch te beledigen en te stigmatiseren door ze als gewelddadig en terroristisch af te schilderen", aldus Taebi.

Taebi neemt het Jami zeer kwalijk dat hij zijn comité op 11 september presenteert. Het is dan zes jaar geleden dat New York en Washington werden getroffen door aanslagen van extremistische moslims die aan 3000 mensen het leven kostten. Daardoor worden moslims volgens Taebi als terroristisch gestigmatiseerd.

Bij de presentatie in de moskee El Oumma zullen vertegenwoordigers van de Unie van Marokkaanse Moskeeën in Amsterdam en Omstreken (Ummao) onderstrepen dat het vrij kiezen van het geloof "hoog in het vaandel van de islamitische levenswijze" staat.

Het Steuncomité ex-moslims publiceert dinsdag een al uitgelekte verklaring over de geloofsvrijheid die bedoeld is als ondersteuning van het comité van Jami. Drie van de tien fractievoorzitters in de Tweede Kamer hebben het manifest getekend: Mark Rutte van de VVD,
Geert Wilders van de PVV en Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. De rest heeft om uiteenlopende redenen geweigerd, aldus voorzitter Michiel Hegener van het steuncomité.

Volgens hem hebben in totaal ongeveer zeventig mensen de verklaring tot dusver getekend. Het comité maakt hun namen dinsdag openbaar. Ook is vanaf die dag op een website te lezen waarom anderen geen steun hebben betuigd. Zo gaf fractieleider Femke Halsema van GroenLinks eerder deze week aan dat ze het onkies vindt dat de verklaring op 11 september wordt gepubliceerd.

(Bron: ANP)