Dit is het NOVA-archief. Vind en bekijk de NOVA-reportages, dossiers, en opinie-artikelen.

Washington kijkt uit naar rapport Petraeus

10 sep 07

Vandaag is de vloer voor generaal David Petraeus. De leider van de Amerikaanse militaire operatie brengt het Congres verslag uit over de situatie in Irak, nadat 30.000 extra militairen naar Irak zijn gestuurd.

Morgen - precies zes jaar na de aanslagen van 11 september 2001 - volgt een tweede sessie. Washington kijkt er al weken naar uit.

Voor de zomer werd verwacht dat zijn rapportage een revolte tegen president Bush teweeg zou brengen, vooral van partijgenoten, waardoor die onder zware druk zou komen om de troepen uit Irak onmiddellijk te gaan terugtrekken.

Maar voordat Petraeus vandaag het Huis van Afgevaardigden zou betreden, wees alles erop dat die opstand de komende weken uitblijft, en dat Bush weinig moeite zal hebben op de huidige voet voort te gaan - in de wetenschap overigens dat terugtrekkingen over uiterlijk een half jaar onvermijdelijk zijn.

De Democraten weten al dat er op korte termijn geen doorbraak inzit. Hun leider in de Senaat, Harry Reid, zei in april nog dat "de oorlog verloren is" en stuurde aan op een volledige terugtrekking in de loop van 2008. Vorige week zei hij dat hij alsnog een compromis met de Republikeinen wil sluiten.

In Washington circuleren twee verklaringen voor het veranderde klimaat. Cynici benadrukken dat het Witte Huis, niet voor het eerst, de definitie van 'succes' in Irak heeft bijgesteld en zo uit een bijna hopeloze situatie alsnog een kansrijke strijd construeert. Anderen roemen het werk - en de overredingskracht - van Petraeus.

Deze generaal van Nederlandse afkomst - zijn vader, zeekapitein Sixtus Petraeus (nu 91), vluchtte tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de VS - heeft een goede reputatie omdat hij, zoals Amerikanen zeggen, een straight shooter is: recht voor zijn raap.

Zo was Petraeus, een van de militaire leiders van de invasie van Bagdad, al vroeg sceptisch over de goede afloop. "Ik weet niet waar dit moet eindigen", zei hij openlijk in 2003, een destijds zelden geregistreerde aarzeling.

Maar critici vinden dat ook hij zich later bezondigde aan het verschijnsel dat het Amerikaanse publiek zo beducht voor de oorlog heeft gemaakt: de neiging van de autoriteiten om elke snipper goed nieuws uit zijn (negatieve) context te lichten en te presenteren als beslissende doorbraak.

Zo wijzen Democraten deze dagen op een opinieartikel dat hij najaar 2004 schreef tijdens de campagne, nog geen twee maanden voor de herverkiezing van Bush. Destijds leidde Petraeus de training van Iraakse veiligheidstroepen en in het stuk toonde hij zich optimistisch over de "moed en veerkracht" van zijn cursisten; een optimisme waarvan later - na de verkiezingen - niets uitkwam.

Ook bij de ontvangst van de verscheidene deskundigen en Congresleden die de afgelopen maanden Irak bezochten, wekte Petraeus de indruk dat zijn optimisme geregisseerd is.

Zo vertelde afgevaardigde Ellen Tauscher (Democraat) vorige week bij het progressieve Center for American Progress (CAP) dat ze had gemerkt dat Amerikaanse én Iraakse functionarissen in Bagdad vooraf hun verklaringen over de situatie in het land hadden geoefend.

Ze zei dat de Amerikanen in Bagdad een "gevaarlijke marketingcampagne" voeren. Het deed haar denken aan de tijd dat ze op Wall Street werkte, zei ze. "Als toen een bedrijf bijna failliet was, presenteerde de directie een zelfde soort slide show als ik in Bagdad zag: kijk eens hoeveel potentieel wij hebben."

Ze noemde Petraeus, in navolging van de meeste Democraten, "een nobel mens". Maar zijn missie is volgens haar politieker dan het lijkt. "Hij probeert gewoon de nieuwe strategie te verkopen, hoor."

Daardoor spreekt hij de laatste weken volgens haar niet over de achttien criteria die het Witte Huis eerder met het Congres overeenkwam (zie: Benchmarks). Petraeus legt daarentegen alleen nadruk op de verbeterde veiligheid in de hoofdstad Bagdad en successen in de strijd met Al-Qaeda-in-Irak.

In politiek opzicht is deze voorstelling van zaken voorlopig een succes. Nadat Republikeinse senatoren met groot aanzien, zoals Hagel, Lugar en Warner, de laatste maanden hun geloof in de strategie van Bush opzegden, voorspelden insiders dat het een kwestie van tijd was voordat een grote groep Republikeinen, angstig voor hun herverkiezing volgend jaar, met de president zou breken. Maar sinds Petraeus zijn opgetogen verhaal naar buiten bracht, hebben zich geen nieuwe afvalligen gemeld.

En in de debatzalen van Washington, waar de laatste weken uitvoerig werd gesproken over de oorlog, was het hernieuwde vertrouwen van de Republikeinen scherp zichtbaar. "Het moreel van de troepen is lange tijd niet zo goed geweest", juichte senator Lindsey Graham vorige week, normaal een gematigde Republikein.

Hij sprak donderdag bij het American Enterprice Insitute (AEI), waar generaal b.d. Jack Keane en AEI-onderzoeker Frederick Kagan - de bedenkers van de nieuwe strategie - hun triomfalisme ook al nauwelijks konden onderdrukken. Illustratief was dat ze optraden in gezelschap van Michael O'Hanlon, een Democraat die werkt op het progressieve Brookings Instituut en de strategie van Petraeus verdedigt.

"Het is nog steeds slecht. Maar de richting is goed", zei hij. Beginnen met terugtrekken, zoals zijn partijgenoten willen, zou de broze verbetering volgens hem teniet doen. Want al is hij "niet optimistisch'' over een politieke verzoening in Irak: "Het militaire momentum is er."

In diezelfde zalen bleek dat de Democraten al weten dat ze het pleit voorlopig verloren hebben. Ze komen als meerderheidspartij (51 zetels) lang niet aan de tweederde meerderheid van 66 leden die in de Senaat nodig zijn om Bush het geld voor de oorlog te onthouden. "Ik ben bang dat Petraeus door kan gaan op de weg die de regering is ingeslagen", zei de Democraat senator Bob Casey.

Maar langer dan een half jaar zal het niet meer duren. The Washington Post onthulde gisteren dat admiraal William Folden, de baas van Petraeus, vorige week bij Bush voor een scherpe troepenreductie in Irak had gepleit omdat het leger anders onvoldoende mensen voor andere taken heeft.

En toen minister Bob Gates (Defensie) dit jaar meedeelde dat militairen voortaan maximaal 15 maanden in Irak blijven voordat ze een jaar naar huis gaan, was dat achteraf de aankondiging van een deadline: het zal hierdoor noodzakelijk zijn uiterlijk na maart 2008 te beginnen met terugtrekkingen uit Irak.

Het roept eens temeer de vraag op of de strategie van Petraeus niet vooral een verhaal voor de Bühne is, zei Ellen Tauscher vorige week. Want als de extra troepenzending het succes heeft dat hij claimt, moet hij dat volgend jaar alweer ongedaan maken. "Dan herhaalt de geschiedenis zich: de regering die grote vooruitgang claimt en vervolgens niet in staat is die vast te houden.''

(Bron: NRC Handelsblad/Tom-Jan Meeus)

 
 

Extra Informatie

  •  
  •  

Het NOVA Archief

Vind en bekijk de reportages die zijn uitgezonden in NOVA in het NOVA-archief.

NOVA Archief