Dit is het NOVA-archief. Vind en bekijk de NOVA-reportages, dossiers, en opinie-artikelen.

Commissie Rinnooy Kan presenteert het rapport LeerKracht!

12 sep 07

De Commissie Leraren presenteerde vandaag haar rapport over de aanpak van het lerarentekort, de positie van de leraar en de kwaliteit van de leraar.

Het rapport werd door voorzitter Alexander Rinnooy Kan aangeboden aan minister Plasterk en de staatssecretarissen Dijksma en Van Bijsterveldt (en minister Verburg). De tijdelijke Commissie Leraren is in mei 2007 ingesteld door minister Plasterk van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.

Het advies van de Commissie Leraren richt zich op structurele verbetering van het leraarschap. In tegenstelling tot eerdere adviezen is gekozen voor een op de leraren zelf gerichte aanpak. Het advies bevat ook een aantal noodmaatregelen voor de korte termijn.

Alexander Rinnooy Kan: "Nederland stevent af op een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren. Dit is een fundamentele bedreiging voor de toekomst van de Nederlandse kenniseconomie. Met dit rapport wordt een beslissende eerste stap nagestreefd voor het veiligstellen van de leerkracht van Nederland."

Het advies van de Commissie Leraren bestaat uit drie samenhangende categorieën aanbevelingen waarmee het leraarschap structureel wordt versterkt. De drie onderdelen zijn: een betere beloning, een sterker beroep, en een professionelere school.

Aard en ernst van het probleem
Het lerarentekort is een ongekend groot probleem voor alle onderwijssectoren. In het primair onderwijs zijn tot 2011 circa 2.400 tot 4.500 banen per jaar nodig. De grootste problemen ontstaan in Almere, de vier grote stede en hun regio's.

In het voortgezet onderwijs verlaat de komende zeven jaar 75 procent van de nu actieve leraren de school. Het tekort loopt in vijf jaar op tot ongeveer 5.000 voltijdbanen per jaar. Tot 2015 moet dus voor driekwart van de zittende leraren een opvolger worden gezocht. Dat zijn 47.000 voltijd banen. De tekorten gelden vooral voor de vakken Duits, Wiskunde, Techniek, Economie, natuurkunde, Scheikunde en Nederlands. De regio's met de grootste tekorten zijn: Almere, Den Haag, Utrecht en Flevoland.

Op korte termijn (tot 2011) zijn de problemen het grootst in de beroeps- en volwasseneneducatie (bve-sector). Door (vervroegde) pensionering van leerkrachten loopt het tekort in deze sector op tot 1.900 banen in 2010. In de hbo-sector is het aantal openstaande vacatures in de periode 2003-2006 al gestegen naar ongeveer 1.500.

Het probleem was al meer dan 15 jaar voorzien. Een veelheid aan maatregelen - ook van eerdere commissies - heeft het lerarentekort tot nu toe niet opgelost. De kwaliteit en de positie van de leraar zijn nauwelijks versterkt. De Commissie Leraren heeft in haar rapport drie samenhangende groepen van maatregelen aangeduid die het tij moeten keren.

Een betere beloning
De beloningsverschillen van leraren ten opzichte van hoogopgeleide werknemers in andere sectoren moeten worden gereduceerd. De salarisschalen in het onderwijs moeten worden ingekort en verhoogd. De Commissie stelt een nieuw functiegebouw voor waarin leraren op grond van hun opleidingsniveau worden ingeschaald. Het verschil tussen de schalen is zodanig dat het volgen van een hogere opleiding aantrekkelijk wordt. Zo ontstaat weer de mogelijkheid van een aantrekkelijke loopbaan die zich geheel binnen het leraarschap afspeelt. Binnen de schalen wordt beloond naar functioneren; periodieken worden alleen bij voldoende functioneren toegekend. De nieuwe structuur geldt voor primair, voortgezet, bve[1]- en hoger en onderwijs; bestaande perspectieven op eindniveaus worden bij de overgang gerespecteerd. Leraren die werken in specifieke regio's/wijken, bepaalde tekortvakken en met speciale probleemleerlingen kunnen extra worden beloond.

Een sterker beroep
Een sterk beroep kan niet zonder een sterke beroepsgroep. Daarom wordt de huidige Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) omgevormd tot de 'Beroepsgroep Leraren', een vereniging voor en door leraren. De Beroepsgroep Leraren behartigt de belangen op landelijk niveau als het gaat om de kwaliteit van het leraarschap en steunt leraren bij kwaliteits- en deskundigheidsbevordering. Alle bevoegde leraren zouden in principe lid moeten worden. De Beroepsgroep Leraren houdt een publiekrechtelijk basisregister van zijn leden bij, waarin hun werkervaring en scholing wordt geregistreerd. Wanneer een leraar zijn deskundigheid onvoldoende bijhoudt, vervalt de registratie. Daarnaast wordt een register bijgehouden van excellente leraren, die aan zeer strenge kwaliteitseisen voldoen.

Het bestaande Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) wordt omgevormd tot een Stichting van het Onderwijs. Deze stichting wordt verantwoordelijk voor de organisatie van periodiek strategisch overleg tussen de vertegenwoordigers van onderwijswerkgevers en -werknemers en de centrale overheid.

De kwaliteit van de lerarenopleiding moet worden verbeterd. De overheid moet scherp toezien op het realiseren van de doelstellingen van de Beleidsagenda Lerarenopleidingen 2005-2008. Er komt extra aandacht voor de zogeheten evidence based benadering van onderwijs[2]. In een internationale review van de lerarenopleidingen wordt de Nederlandse aanpak getoetst aan actuele internationale ontwikkelingen en standaarden. Voor duale opleidingen wordt een beperkt aantal opleidingsscholen van bewezen kwaliteit gecertificeerd.

Er wordt een onafhankelijke Fundatie in het leven geroepen ter bevordering van de scholing naar een hoger kwalificatieniveau. Deze Fundatie stelt leraren in staat beurzen aan te vragen waaruit de kosten van de opleiding en de vervangingskosten voor de school kunnen worden gefinancierd. De Beroepsgroep speelt een rol bij de toewijzingsprocedure. De Fundatie wordt door de overheid gefinancierd.

Een professionelere school
In een Convenant met de overheid leggen de organisaties van onderwijswerkgevers meetbare resultaatverplichtingen vast rond de vervolmaking van het personeelsbeleid, het realiseren van betrokkenheid van leraren bij beslissingen over onderwijs en organisatie en het zorgen voor goede afstemming met de omgeving (horizontale verantwoording). Bestuur en schoolleiding scheppen de voorwaarden waaronder dit optimaal kan gebeuren. Het schoolbestuur ziet toe op de feitelijke benutting van functie- en beloningsdifferentiatie en het streven naar meer leraren met een hoger kwalificatieniveau. De schoolleiding betrekt leraren intensief bij organisatieverbeteringen en bij de besluitvorming rond alle onderwijsgerelateerde beslissingen. De huidige medezeggenschapswetgeving biedt daartoe nu al de nodige ruimte; op termijn kan het model van de maatschappelijke onderneming daarvoor wellicht worden benut. Bestuur of Raad van Toezicht zien toe op het betrekken van leraren bij andere vormen van horizontale verantwoording. Zo ontstaat ruimte voor de leraar om, meer dan nu het geval is, zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de inrichting van zijn taken en voor de daaruit voortvloeiende werkdruk.

De Inspectie van Onderwijs verstrekt een keurmerk aan schoolbesturen die blijk geven van een goed personeels- en kwaliteitsbeleid en van goed onderhouden relaties met de voor de school relevante omgeving.

Korte termijn noodmaatregelen
Door de urgentie van het dreigende tekort komt de Commissie ook nog met een aantal korte termijn crisismaatregelen. Deze zijn gericht op het langs allerlei wegen tijdelijk of permanent vergroten van de instroom van geschikte nieuwe leraren, verruimen van de inzet van de zittende leraren en verbeteren van de organisatie van het onderwijsproces.

 
 

Extra Informatie

  •  
  •  

Het NOVA Archief

Vind en bekijk de reportages die zijn uitgezonden in NOVA in het NOVA-archief.

NOVA Archief