Moslimfundamentalisme in Nederland

Zeggen wat je denkt en dat in onverbloemde taal en doorspekt met beledigingen. Politicus en columnist Pim Fortuyn deed het. En filmer/columnist Theo van Gogh deed het ook. Allebei zijn ze vermoord om hun denkbeelden en het wervend uitdragen daarvan.

En de moord op Van Gogh door een moslimterrorist ging ook nog eens gepaard met bedreigingen aan anderen. Het kabinet heeft de oorlog verklaard aan het moslimextremisme in Nederland, maar tegelijkertijd is er ook sprake van een nationaal gewetensonderzoek over de manier waarop wij in de multiculturele samenleving gebruik maken van de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting. En van de beperkingen daarvan die worden gedicteerd door wet, tolerantie en fatsoen.

NOVA praat in de studio hierover met vier columnisten, voorvechters bij uitstek van het vrije woord: Theodor Holman, Bas Heyne, Said El Haji en Jan Kuitenbrouwer.

Verder:
De moord op Theo van Gogh was niet de daad van een geesteszieke éénling, maar volgens politie en justitie het werk van een moslimextremist die onderdeel uitmaakt van een veel grotere groep radicale moslims in Nederland. Aan hen is dus de oorlog verklaard en heeft het kabinet gezegd dat alles gedaan moet worden om hen een halt toe te roepen.

Dat is allereerst de taak van politie, justitie en veiligheidsdiensten: lokaal en nationaal. Maar daarmee stuit men meteen op een levensgroot probleem. Want deze diensten blijken in de praktijk vaak langs elkaar heen te werken. NOVA sprak erover met terrorismedeskundige en gewezen politie-officier Kees Sietsma en met de vroegere Amsterdamse hoofdofficier van justitie Hans Vrakking.