Hulpverleners in Afghanistan en Irak in levensgevaar
22 sep 07
Militairen brengen in Irak en Afghanistan hulpverleners in levensgevaar. Dat stelt Arjan Hehenkamp van Artsen zonder Grenzen.
Nederlandse, maar ook Amerikaanse en Britse militairen gaan zich steeds meer bezighouden met wederopbouw
en medische zorg. De bevolking ziet het verschil tussen hulpverleners en militairen niet meer. En dus richten
aanvallen zich niet alleen op militairen maar ook op hulpverleners.
"We zien steeds vaker dat militairen voor doktertje spelen. De ene dag trekken ze een witte jas aan, komen ze
met een witte auto aan, en verlenen ze medische zorg. En de volgende dag stappen ze in hun groene uniform in
hun groene auto en gaan ze op vechtmissie. En dat willen wij niet", aldus Hehenkamp.
Voor AzG is het nu te gevaarlijk om haar werk te doen in landen als Afghanistan en Irak. Het is maar de vraag
of de lokale bevolking nu de hulp krijgt die ze echt nodig heeft.
AzG wil dat de militairen weer gaan doen waar ze eigenlijk voor zijn: "Wij vinden dat militairen zich vooral
bezig moeten houden met het creëren met veilige omstandigheden voor de bevolking en voor ons zodat wij
ons werk kunnen doen. En ze moeten niet de indruk wekken dat zij ook net zoals wij een humanitaire
organisatie zijn."
Waar militairen zijn, moeten hulpverleners vanwege de gevaarlijke situatie vaak vertrekken. Ook HealthNet
TPO, een organisatie die de gezondheidszorg in crisisgebieden probeert op te bouwen, ondervindt dat probleem.
Directeur Willem van de Put heeft weinig vertrouwen in het werk van de militairen.
"Ik ken geen voorbeeld van een militaire interventie die zich gewoon aan de richtlijnen van public health
houdt. Dat er dus gewoon dus inentingsprogramma's plaatsvinden, en dat er algemene ziektebestrijding is We
weten dat in Afghanistan malaria een enorm groot probleem is, daar doen we enorm grote programma's over. We
kunnen niet meer die gebieden bereiken waar nu dus militaire reconstructieteams bezig zijn".
Doordat militairen ook steeds meer humanitair werk doen, vreest AzG dat ook bij toekomstige missies artsen en
verpleegkundigen het slachtoffer worden van geweld.
Hehenkamp: "In Darfur worden organisaties als Artsen zonder Grenzen gezien als onderdeel van een westers
militaire politieke interventie. En dus wordt het voor ons nu al lastig,. We vrezen ten zeerste dat in de
toekomst, als er niet een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen een militaire interventie, EN de
humanitaire organisaties dat de situatie gaat verslechteren".
Van de Put: "wederopbouw is niet het oplappen van wat kapot geschoten materiaal, wederopbouw is met mensen
samen plannen maken en uitwerken, jarenlang hoe je een sociale structuur weer functionerend maakt. En dat doe
je niet met militairen, dat kan niet."