Telegraaf naar rechter voor afluisterpraktijken

Het Openbaar Ministerie (OM) deed vorige maand een inval in de woning van Telegraafjournaliste Jolande van der Graaf.

Dit gebeurde naar aanleiding van de arrestatie van een medewerker en een oud-medewerker van de AIVD die ervan worden verdacht geheime informatie naar de journaliste te hebben gelekt, waarop de krant het artikel 'AIVD faalde rond Irak' van 28 maart baseerde.

Afluisterpraktijken
De Telegraaf stelt dat de AIVD niet alleen de telefoon van Van der Graaf heeft afgeluisterd, maar dat ook de telefoons van hoofdredacteur Sjuul Paradijs en adjunct-hoofdredacteur Joost de Haas zijn afgetapt. Volgens De Telegraaf staat hierdoor de vrije nieuwsgaring op het spel. De Telegraaf eist daarom - samen met de journalistenvakbond NVJ en het Genootschap van Hoofdredacteuren - dat de AIVD onmiddellijk stopt met het afluisteren, volgen en observeren van journalisten.

Nederlandse Vereniging van Journalisten
De NVJ ziet in het afluisteren een grove schending van de bronbescherming en sluit zich daarom aan bij De Telegraaf. Voorzitter Huub Elzerman: "Het betreft hier een grove schending van bronbescherming, nu blijkt dat journalisten onderling zijn afgeluisterd. Dit betekent dat een journalist geen enkele klokkenluider of burger nog kan garanderen dat ze als bron worden beschermd. Het vertrouwen is zo niet langer te waarborgen"

Genootschap van Hoofdredacteuren
Het Genootschap van Hoofdredacteuren noemt het afluisteren is het afluisteren 'ongehoord' en 'buiten proporties'. Voorzitter Arendo Joustra: "Afluisteren was alleen toegestaan bij levensbedreigende situaties of terrorisme, maar de basis van het verhaal was prutswerk van de AIVD, die met plak- en knipwerk een rapport van de Britse geheime dienst had overgeschreven. Om vervolgens een journalist te vervolgen, past niet in een democratie. Een democratie kan niet zonder openbaarheid."

De zaak dient 16 juli in Amsterdam.

In de studio commentaar van Victor Koppe, advocaat van Jolande van der Graaf.