Het r-woord
11 JAN 08
Over de Amerikaanse economie vooral veel slecht nieuws. Het “R” woord (recessie) duikt overal op. Er is een nationale onroerend goed crisis, die veel breder is dan het subprime hypotheek probleem. Olie is 100 dollar per vat, en voor Amerikanen is een dollar nog steeds een dollar. De lage dollar is goed voor de export, maar dat voordeel wordt geheel teniet gedaan door de duurdere olie. In november was er een record handelstekort. Het handelstekort is iets kleiner geworden, maar staat nog steeds op een krankzinnige 700 mrd dollar per jaar. Dat moet in het buitenland geleend worden: 2 miljard dollar per jaar. De Amerikaanse economie consumeert meer (hamburgers, tv’s, humvee’s, wegen, benzine, champagne, polopaarden, kanonnen, straaljagers) dan dat er verdiend wordt. De rest van de wereld spaart, Amerika gaat steeds dieper in het rood. Ook als politici niet tegen kiezers durven te zeggen dat ze op te grote voet leven, dan zullen de economische wetten het hen wel een keer duidelijk maken. De economie levert ook de achtergrond voor de overwinning van Hillary Clinton. Uit de exit-poll van ABC bleek dat onder kiezers van beide partijen de economie het belangrijkste issue is. Dus belangrijker dan Irak, de gezondheidszorg, klimaatverandering en illegale immigratie. De kiezers die de economie het belangrijkst vonden, kozen vaker voor Hillary dan voor Obama: in de verhouding 44% tegen 35%. Als de economie verder inzakt, is dat goed nieuws voor Hillary. Verwacht meer gemopper op de vrije wereldhandel. Kandidaten geven steeds vaker af op handelsakkoorden, zoals Nafta. Amerikanen voelen zich de verliezers in de internationale concurrentieslag. Luister naar Clinton, Obama, Edwards en Huckabee: de luiken zouden wel eens dicht kunnen gaan. En als het echt mis gaat, dan is de nieuwe president niet te benijden.