Inrichting van het nieuwe land

De inrichting van de voormalige Zuiderzee veranderde in de loop van de jaren. Toen in 1942 de Noordoostpolder droogviel, werd midden in het nieuwe gebied de stad Emmeloord gebouwd.

Daaromheen werd een krans van dorpen aangelegd, vanwaaruit men binnen een uur Emmeloord per fiets kon bereiken.

Bij de verkaveling van Oostelijk Flevoland, in 1957, werd uitgegaan van slechts twee dorpen (Biddinghuizen en Swifterbant), een kleine stedelijke gemeenschap (Dronten) en één stad: Lelystad. Meer dorpen werden door het toenemende autobezit niet nodig geacht.

Waren Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland vooral bestemd voor de landbouw, bij Zuidelijk Flevoland speelden ook andere overwegingen een rol, zoals de recreatie.

Slechts de helft van de grond werd gereserveerd voor agrarische doeleinden. Het zuidwestelijke deel werd aangewezen als stedelijk gebied (Almere), in het zuidoostelijk gedeelte werd bos aangeplant. Het noordwestelijk deel van de polder werd min of meer bij toeval (de natuur was de mens te snel af) een natuurgebied: de Oostvaardersplassen.

Dorpen waren niet meer nodig; bijna iedereen had inmiddels een auto en kon dus naar Lelystad, Almere of Amsterdam.

Op de foto rechtsboven leggen grondwerkers in 1943 sloten aan in de Noordoostpolder.

Op de foto onder: de hyper-efficiënte verkavelingsstructuur van Oostelijk Flevoland.

afschaffing lijfstraffen

1854 - Lijfstraffen wordt afgeschaft, met uitzondering van de geseling. In 1870 zal ook deze straf worden verboden. In 1860 vond de laatste openbare terechtstelling in Nederland plaats. Hoewel daarna nog verschillende keren de doodstraf is uitgesproken, verleende de koning in alle gevallen gratie.