Prof. Dr. Nicolaas Jacob Bernard Kappeyne van de Coppello

Prof. Dr. Nicolaas Jacob Bernard Kappeyne van de Coppello, voorouder van Jan Groneman, werd op 24 oktober 1818 in Den Haag geboren. Hij overleed in Amsterdam op 29 januari 1882.

We gaan terug in de tijd, terug in de stamboom van Jan Groneman. In 1818 werd in Den Haag Nicolaas Jacob Bernard Kappeyne van de Coppello geboren. Willem I (1772-1843) was net (in 1815) koning geworden van Nederland. Nicolaas hield zich in zijn leven bezig met de Klassieke Letteren, maar zijn jongere broer Johannes schopte het tot minister van Binnenlandse Zaken.

Johannes Kappeyne van de Coppello (1825-1895) was een liberale politicus, die daarnaast ook advocaat was. Hij werd minister van Binnenlandse zaken van 1877 tot 1879. Na zijn ministerschap verdween hij even uit de politiek om daarna nog een paar jaar te komen in de Eerste Kamer. Hij schijnt een opvallend figuur geweest te zijn. Hij kon fantastisch debatteren, maar zag er vaak een beetje haveloos uit. Dat haveloze uiterlijk zorgde er naast zijn politieke acties voor dat hij regelmatig werd afgebeeld in spotprenten.

Johannes Kappeyne van de Coppello
Afbeelding van Johannes Kappeyne van de Coppello, die het kabinet voorafgaand aan het zijne opblaast op deze tekening. Het heet ‘Het laatste schot’  en is gemaakt door JM Schmidt Crans, 1877, in De Nederlandsche Spectator.  Te vinden in het Persmuseum. 

Meer info:

    Spotprenten zijn al vrij oud. Ze werden vroeger verspreid op losse bladen of pamfletten. | Meer

    Nagenoeg elke geschiedenisdocent gebruikt in zijn toetsen spotprenten. De een heeft zelf al een verzameling aangelegd, de ander is geregeld op zoek naar geschikte cartoons.  | Meer

    De circa tweeduizend politieke prenten van Peter van Straaten, een van de belangrijkste naoorlogse politiek tekenaars, vormen een treffende beeldkroniek van Nederland in de periode 1969-2001.  | Meer


Der Kaiser

1918 - Op 10 november 1918 meldde zich bij de Limburgse grenspost Eysden de Duitse keizer Wilhelm II. Hij was Duitsland ontvlucht, nadat de oorlog was verloren en de monarchie was afgeschaft. Een majoor liet de vorst door, en het kabinet-Ruys de Beerenbrouck besloot na enige aarzeling de keizer toe te laten. Tot 1920, toen een geallieerd verzoek de man als oorlogsmisdadiger uit leveren was afgewezen, logeerden Wilhelm en zijn gezin op het kasteel Amerongen. Tot zijn dood in 1941 woonde 'Der Kaiser' vervolgens op het huis Doorn, er tot het laatst van overtuigd dat zijn val het gevolg was geweest van een joodse samenzwering. In 1941 wenste hij Adolf Hitler geluk met diens militaire acties. Die stuurde voor de begrafenis van de keizer een rouwkrans met hakenkruis. Leo Gestel maakte in 1919 deze spotprent van de vorst in ‘zijn laatste uniform’.

Relevante tijdvakken