Zo verdienden ze een extra centje bij. Zo’n tappersaffaire, zoals ook Maria Nuijens die had, was een voorloper van onze bruine kroeg. Men kon dranken als jenever en bier tappen en meenemen, vandaar de naam ‘tappersaffaire’ of ‘tapperij’.

Maar er stonden ook vaak wel een paar tafeltjes en stoeltjes, waar mensen (voornamelijk mannen) een drankje konden nuttigen. De inrichting van zo’n huiskamercafé is gebleven. Een typisch Nederlandse kroeg heeft nog steeds de huiselijke sfeer met een kleedje op tafel en lampjes aan de muur.

De dranken die toen geschonken werden, waren voornamelijk jenever en bier. Bier was al eeuwenlang de populairste alcoholische drank. Hier kwam verandering in in de negentiende eeuw. Bier werd steeds duurder, terwijl jenever juist goedkoper werd. Jenever en Brandewijn werden destijds dus meer gedronken dan nu.

Het alcoholgebruik in de negentiende eeuw was velen een doorn in het oog. Mensen waren steeds vaker dronken en dat zorgde voor nogal wat overlast. In 1881 werd dan ook de drankwet ingevoerd. Het aantal gelegenheden waar alcohol geschonken mocht worden werd beperkt en zomaar dronken over straat lopen mocht ook niet meer. Dit betekende dus ook het einde van al die kleine gezellige huiskamerkroegjes zoals Maria had.