Willy en Joop Westerweel komen in 1932, het jaar van hun huwelijk, terecht bij de werkplaats van Kees Boeke. Deze experimentele school is perfect terrein voor de pacifistische, anarchistische Joop Westerweel. Hij  is één van de eerste principiële dienstweigeraars en weigert belasting te betalen omdat hij het defensiebudget niet wil steunen. Het is in deze periode dat Joop de opvang van Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Polen organiseert en ervoor zorgt ervoor dat de kinderen onderwijs krijgen.

In 1940 wordt Westerweel hoofd van de Montessorischool in Rotterdam en hier begint het verzetswerk van Joop en Willie Westerweel en de Westerweelgroep. Bijzonder was dat in de groep zowel Joden als niet-Joden samenwerkten om Joodse levens te redden. Behalve het verzorgen van onderduikadressen, organiseerde deze groep een ontsnappingslijn, via het bezette België en Frankrijk, over de Pyreneeën naar Spanje. Geschat wordt dat er tussen de drie- en vierhonderd mensen door de groep Nederland uitgesmokkeld zijn.  

Op 10 maart 1944 wordt Joop Westerweel opgepakt bij een smokkelactie aan de Belgische grens. Hij wordt overgebracht naar kamp Vught waar hij op 11 augustus 1944 wordt gefusilleerd. Zijn vrouw Willy was in 1943 al opgepakt. Via kamp Vught komt zij in Ravensbrück terecht maar zij overleeft de oorlog. 

Na de oorlog wordt In Israël het Joop Westerweelpark aangelegd. Ook zijn er in Nederland diverse straten en in Amsterdam zelfs een openbare school naar hem vernoemd. Joop en zijn vrouw Willy kregen in 1964 van de staat Israël de Yad Vashem-onderscheiding.